3 jonge journalistes interviewen kardinaal De Kesel voor Tertio
Vorig jaar bood kardinaal Jozef De Kesel (75) zijn ontslag aan als aartsbisschop van Mechelen-Brussel. Voor deze jongereneditie van Tertio spreekt hij heel open en transparant over zijn ambtstermijn, de uitdagingen binnen de Kerk en de zoektocht naar zingeving bij jongeren.
Wat weerhoudt de Kerk ervan om vrouwen in meer posities te betrekken binnen kerkelijke structuren?
‘Daarin kan je twee verschillende vragen zien. Enerzijds kan je vragen wat de Kerk zich ervan weerhoudt vrouwen te betrekken bij het beleid van de Kerk. Een andere vraag is of vrouwen tot priester of diaken gewijd kunnen worden. De toegang tot het diakenambt voor vrouwen is iets dat op dit ogenblik open ligt. De paus heeft hiervoor een commissie opgericht, en dat is een goede zaak. Theologisch gezien zijn er geen tegenindicaties voor, en er zijn ook veel pastorale argumenten. Vrouwelijke diaconessen hebben vroeger ook in de Kerk bestaan, maar door de patriarchale structuur van de Kerk en de samenleving is het verdwenen.
Toch mag de rol van de vrouw en de invloed die ze kan hebben in de Kerk, niet alleen maar gereduceerd worden tot de vraag of ze een of andere wijding kan ontvangen.
Zowel plaatselijk bij ons als in de universele Kerk in Rome is het belangrijk om vrouwen bij het beleid van de Kerk te betrekken. Er is ook geen enkele reden om vrouwen verantwoordelijke functies te ontzeggen. Vorig jaar brachten de Belgische bisschoppen een ad-liminabezoek aan Rome. In de Congregatie voor de Leken is de secretaris, die de tweede in rang is na de kardinaal, een vrouw. De paus is daar dus ook mee bezig, maar dat gebeurt in kleine stapjes. Er moet nog veel gebeuren, maar dat kan niet allemaal tegelijk. Voor mij gaat het vooral over bekwaamheid. Een vrouw een verantwoordelijke functie geven, alleen omdat ze vrouw is, heeft niet veel zin. Een persoon moet worden aangesteld omwille van de competenties, en die zijn bij vrouwen even groot als bij mannen.’
Toch voelen veel vrouwen een drempel aan.
‘We hebben veel goed te maken bij vrouwen, en ik vind het ook een belangrijk thema. Het gaat om de Kerk in haar geheel, waarvan zeker de helft vrouwen zijn. Dat de Kerk dus alleen een mannenzaak zou zijn, klopt niet. De verantwoordelijkheden moeten worden verdeeld op alle niveaus. We komen uit een patriarchale cultuur, waarin de vrouw ondergeschikt was aan de man. Niet alleen in de Kerk, maar ook op cultureel en politiek niveau moeten er nog veel stappen gezet worden om uit die patriarchale structuur te komen. Er mag geen plaats zijn voor discriminatie.’
Jongeren zijn enorm op zoek naar zingeving in het leven. Hoe kan de Kerk nog een rol spelen in het leven van jongeren vandaag?
‘De vragen die jongeren zich stellen over zingeving, zijn dezelfde waar iedereen mee worstelt. We moeten aanvaarden dat er in onze samenleving een vervreemding is ten aanzien van het geloof. Vandaag leven we niet meer in een homogeen christelijke samenleving. De vraag is niet hoe we iedereen in de kerk krijgen, maar hoe we aanwezig kunnen zijn als Kerk. Als de Kerk niets meer zou betekenen en een soort getto in de samenleving wordt waar niemand zich voor interesseert, dan moeten we ons zorgen maken. Om iets te betekenen in de samenleving moet de Kerk inspelen op het sociale en maatschappelijke engagement waar jongeren belang aan hechten. Zich inzetten voor anderen leidt tot geluk. Wie alleen voor zijn eigen zelfontplooiing leeft, verliest zichzelf.
Als Kerk moeten we bij de jongerenpastoraal plaatsen creëren om zoekende jongeren in het geloof samen te brengen.
Er zijn vandaag de dag veel uitdagingen in de wereld die jongeren bezighouden, zoals de oorlog in Oekraïne of problemen met mentaal welzijn. Hoop blijven houden is dan soms moeilijk. Wat is uw advies voor jongeren die hun hoop verliezen?
‘Die vraag is zo oud als het geloof zelf, en ik heb daar geen antwoord op. Tijdens mijn chemobehandeling ontmoette ik een vrouw in de wachtzaal van het ziekenhuis. Ze zag mijn priesterboord en vroeg of ik pastoor was. ‘Ik zou graag gelovig zijn zoals u. Dan zou alles veel minder moeilijk zijn’, zei ze. Ik vertelde haar dat ik dat nog niet zo zeker wist. Het geloof kan een steun zijn in het leven, maar dat betekent niet dat leven makkelijker is. Het geloof geeft ons geen pasklare antwoorden op problemen.
Het is niet omdat we geloven dat we geen vragen meer hebben.
Het is belangrijk dat jongeren beseffen dat er uitdagingen zijn. Er zijn mensen die zich daar niets van aantrekken en zich geen vragen stellen. Dat is veel erger. Als jongeren vragen stellen, toont dat hun menselijke kwaliteiten.’