7 Bijbelse vragen aan Hans de Booij: ‘Jezus is verlichte meester’
Het waren gouden jaren ‘80 voor Hans de Booij. Hij was gelanceerd in de showbizz nog voor hij afgestudeerd was aan Herman Teirlinck. Maar ‘zijn hart was veel te groot’ voor een stabiel gezins- en beroepsleven. Uit zijn kindertijd droeg hij een zwaarte met zich mee en in 2013 werd autisme bij hem vastgesteld, zo staat te lezen in het biografisch portret Het wordt niets zonder jou (door Sander van Leeuwen, Bot Uitgevers, 2023).
Door alle miserie heen was de muziek zijn trouwste trooster. Al droeg hij op zijn schouder ook altijd een beschermer mee. Eén die hij in zijn ziekbed in 2021 terug een naam en gezicht kon geven.
Wat zie je? (Marcus 8,23)
Mijn leven heeft wel vijf keer aan een zijden draadje gehangen. De laatste keer was in het ziekenhuis in Amsterdam. Ik was er in allerijl heen gebracht vanuit een regionaal ziekenhuis toen ik intensieve zorgen nodig had. Het was december 2021. Ik had corona en was er heel slecht aan toe. Onder de pillen begon ik te hallucineren. Ik zag een man in security-outfit naar me wijzen, dan naar zichzelf en dan naar boven. Ik dacht: ‘Het is zover.’
Toen begon ik het Onzevader te bidden.
Dat zat nog ongeschonden in mijn hoofd. Er kwam een vreemde rust over mij en ik kon voor het eerst in een hele week slapen. Vanaf toen ging het beter. Mijn pianist zond me een melodie, waarop ik prompt het nummer Nooit meer van God los schreef. Vijf dagen later mocht ik naar huis.
Wat zie je op zulke momenten? Heelheid. Ik voelde me één met de kosmos.
Waar is je geloof? (Lucas 8,25)
Als kind had ik een sterke connectie met God. Soms zat ik in de kerk zonder reden te lachen. Dominee De Groot kon daar wel mee om. Hij was een artistiek voelend man en is nog naar een examen van mij aan de toneelschool komen kijken.
Ik denk dat ik altijd gelovig ben gebleven, al is het iets heel persoonlijks tussen mij en God. Daar komt geen kerk, organisatie of groep bij kijken. We weten allemaal hoe verkeerd dat kan aflopen.
In je persoonlijke relatie met God kan het nooit verkeerd aflopen, hoe boos of angstig je ook bent.
Luk Alloo had me eens uitgenodigd om naar de dalai lama te komen luisteren in Antwerpen. Daar voelde ik die connectie weer. En sinds die ene Onzevader in het ziekenhuis gaat er geen dag voorbij zonder dat dit gebed eens opborrelt.
Heb je je ooit veroordeeld gevoeld? (Johannes 8,10)
Wat me in het boeddhisme zo aantrekt, is dat er nooit een zondebok gezocht wordt voor dingen die gebeuren. In 2020 bracht ik een album met nieuwe liedjes uit, na 9 jaar stilte. Het heet: Hoe had ik het anders moeten doen? Ik heb in mijn leven behoorlijk wat tegenslag gehad, maar ik had de muziek. Voor mij is dat genoeg, al sinds mijn dertiende.
Muziek gaf me al van jongs af de vrijheid om te zijn wie ik moest worden.
Daarom trek ik me weinig aan van wat mensen van me zeggen of denken. Al is het best vervelend wanneer je in het showbizz-wereldje niet in het favorietenlijstje staat.
Waarvoor ben je bang? (Matteüs 8,26)
Voor weinig eigenlijk, al vind ik het wel een duivelse wereld waarin we leven. En het gaat allemaal nog lelijker en gewelddadiger worden. De tekenen wijzen op zeven magere jaren, zeven jaren van turbulentie.
Een van mijn nieuwe liedjes heet Duizend jaar eenzaamheid – de honderd jaar van Márquez leken me nog niet genoeg. Eenzaamheid is de ziekte van deze tijd. Ik heb ze goed gevoeld tijdens corona, die eenzaamheid. Weg uit Antwerpen om een leefloon te kunnen ontvangen in Nederland, zat ik daar in een buurt waar ik niemand kende. En nu leef ik in een stacaravan op een camping. Dan weet je: veel erger moet het niet worden.
Gelukkig is er beterschap in zicht. Dankzij een gulle weldoener verhuis ik binnenkort naar een rijhuis in de buurt van Roosendaal. En sinds de publicatie van mijn boek komen er ook weer opdrachten. Eind september vindt in Nederland de Week van de Eenzaamheid plaats. Dan breng ik dat liedje uit als eerste van het album Lieve hemel.
Wie ben Ik volgens jou? (Matteüs 16,15)
Jezus is voor mij een verlichte meester. Een goede leraar kan veel mensen helpen in het leven. Lama Karta is ook zo iemand. En wijlen dominee De Groot.
Ik zie God ook als een gesprekspartner. Zonder hem is er vaak helemaal niemand om mee te praten. Dan komt de leegte.
Heb je al gezien dat iedereen op straat voortdurend loopt te eten? Allemaal om de leegte te vullen.
Wat heeft een mens eraan de hele wereld te winnen als hij het leven erbij inschiet? (Matteüs 16,26)
Bij die vraag denk ik aan oorlog, aan Oekraïne. Very bad karma.
Waarom worden mensen altijd weer verleid om te kiezen voor macht en vernietiging? Ik weet het niet. Misschien omdat het leven een oefening is. Boeddhisten geloven dat je altijd de negatieve effecten van slechte daden zelf te verwerken krijgt in een volgend leven. Zo zouden we ervan moeten leren.
Wat wil je dat Ik voor je doe? (Matteüs 20,32)
Als ik bid, vraag ik eigenlijk heel weinig. Ik ga God niet lastig vallen met mijn problemen: werk, een dak boven het hoofd, liefde. Het klinkt allemaal overbodig – dat weet Hij toch allemaal al?! – en ik wil niet klagen in mijn gebed. Dat kan ik beter doen tegen een muur.
Eigenlijk voel ik over het leven vooral dankbaarheid, dat ik er nog altijd mag zijn. Er is iemand die waakt over mij en die zegt: ‘Het is nog te vroeg.’