Commentaar bijbellezing 15/9 - ‘Christus aan een kruis’ - bisschop Lode Aerts
Evangelie: Marcus 8, 27-35 — ‘Wie zeggen de mensen dat ik ben?’
In die tijd trok Jezus met zijn leerlingen naar de dorpen rond Caesarea van Filippus. Onderweg stelde Hij aan zijn leerlingen de vraag: ‘Wie zeggen de mensen dat Ik ben?’ Zij antwoordden Hem: ‘Johannes de doper; anderen zeggen Elia en weer anderen zeggen dat Gij een van de profeten zijt.’ Daarop stelde Hij hun de vraag: ‘Maar gij, wie zegt gij dat Ik ben?’ Petrus antwoordde: ‘Gij zijt de Christus.’ Maar Hij verbood hun nadrukkelijk iemand hierover te spreken. Daarop begon Hij hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen moest worden, maar dat Hij na ter dood te zijn gebracht, drie dagen later zou verrijzen. Hij sprak deze woorden zonder terughoudendheid. Toen nam Petrus Jezus terzijde en begon Hem ernstig daarover te onderhouden. Maar zich omkerend keek Jezus naar zijn leerlingen en voegde Petrus op strenge toon toe: ‘Ga weg, satan, terug! want gij laat u leiden door menselijke overwegingen en niet door wat God wil.’ Nadat Hij behalve zijn leerlingen ook het volk bij zich had laten komen, sprak Hij tot hen: ‘Wie mijn volgeling wil zijn, moet Mij volgen door zichzelf te verloochenen en zijn kruis op te nemen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen, Maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het Evangelie, zal het redden.’
Commentaar Lode Aerts: ‘Christus aan een kruis’
‘Gij zijt de Christus’, zo antwoordt Petrus op de vraag wie Jezus voor hem is. Jezus is de Christus, de Gezalfde, diegene die door God getekend is, net zoals koningen met olie werden gezalfd. Dat is de betekenis van de naam Christus. Bij Matteüs lezen we hoe Simon Petrus daarna een gelukwens ontvangt: ‘Zalig zijt gij’, zegt Jezus tot hem. Petrus vertrouwt zich inderdaad aan Jezus toe en dat wordt een bron van geluk en zaligheid.
Het Marcusevangelie laat die zaligspreking weg en focust meteen op de kern van de zaak: heeft Petrus, de enthousiaste man met het hart op de tong, wel begrepen over welke Christus het gaat? Wordt Jezus misschien een vedette met succes en macht, geheel volgens de wensdromen van Petrus? Of gaat het om een Gezalfde van God? Gaat het om God die de mensen zo graag ziet dat Hij hen vergezelt tot in de nood, ja tot in de dood? Daarmee heeft Petrus het nog bijzonder moeilijk, net als wij wellicht. Wie volgt nu graag een mislukkeling die sterft op een kruis?
God is er in goede én in kwade dagen. Hij is de liefde die aan onze zijde blijft, zelfs in onze miserie, in onze zonde en onze dood.
Toch is dat de weerbarstige weg, die Jezus is gegaan! En wat een geluk, achteraf beschouwd. Want alleen op die manier hebben we Gods diepste geheim leren kennen. God is er in goede én in kwade dagen. Hij is de liefde die aan onze zijde blijft, zelfs in onze miserie, in onze zonde en onze dood. Precies op deze plek van Golgota werd duidelijk wie God is: licht, dat zelfs het diepste duister overwint. Liefde, sterker dan de dood.
Ja, liefde die nooit vergaat (1Kor 13,8). Alleen die liefde maakt Jezus tot Gezalfde, zoals Petrus zei zonder te verstaan.
Als christenen kunnen we geen ander antwoord geven dan Petrus. De gekruisigde Jezus is Gods Gezalfde. Hij toont het gelaat van de ware God. Zijn liefde tot in de dood is werkelijk goddelijk. Ze is het enige waar het op aankomt, de grond van al wat bestaat en onze enige hoop.
Wie deze liefde dwarsboomt, raakt in de ban van de satan en het kwaad. Wie deze liefde aanvaardt en vruchtbaar maakt, leeft in zaligheid. Dat is de weg om Jezus na te volgen. De weg van Franciscus van Assisi; van Moeder Teresa; van zoveel christenen en … waarom niet de weg van ons?
• Lode Aerts is bisschop van Brugge.