Woordkracht - De sleuteldrager [blog]
Hoewel ze nog maar vier is, vraagt Mara-Lea soms al of ze eens alleen thuis mag blijven. Mijn hart zou geen seconde gerust zijn. Maar een beetje ‘oefenen’ maakte haar ook al gelukkig: wij in de tuin (en heel vaak door het raam glurend) en zij binnen in huis.
De sleutel van Davids huis zal Ik op zijn schouder leggen, en als hij opendoet, zal niemand sluiten, en als hij sluit, zal niemand opendoen. Jesaja 22,22 – Eenentwintigste zondag door het jaar
In de eerste lezing voor deze zondag is er ook sprake over iemand aan wie een huis wordt toevertrouwd. God stelt een zekere Eljakim aan als sleuteldrager van de koninklijke vertrekken in Jeruzalem. Het zegt iets over Gods grote vertrouwen in Eljakim. Als sleuteldrager had je immers toegang tot alle kamers en gebouwen en had je er zicht op met wie de koning omging. De grote verantwoordelijkheid die bij deze taak kwam kijken, wordt in de tekst verbeeld door een destijds zware sleutel die men op de schouder moest dragen.
Verantwoordelijkheid kan inderdaad soms zware lasten met zich meebrengen. Maar doorgaans nemen mensen ook heel graag verantwoordelijkheid op. Op die manier ontvangen ze immers vertrouwen. Misschien was het Mara-Lea ook wel om dat vertrouwen te doen telkens ze ons vroeg om alleen thuis te mogen blijven. Iedereen heeft het immers nodig om voor iets of iemand een sleuteldrager te mogen zijn.