Onderzoekscommissie van start, Devillé wil onafhankelijk meldpunt
Vandaag startte in het federale parlement de parlementaire onderzoekscommissie naar misbruik in de Kerk. Die werd opgericht na de publieke verontwaardiging die volgde op de recente televisie-reeks Godvergeten, met getuigenissen van slachtoffers.
Het was een déjà vu, niet enkel voor de parlementsleden die in 2010 deel uitmaakten van de eerste parlementaire commissie over het onderwerp, maar ook voor de journalisten van toen. Het verschil is dat de sessies plaatsvinden in de moderne zalen aan de overkant van het Paleis der Natie in Brussel.
De eerste sprekers waren de Vlaams-Brabantse priester Rik Devillé en Marc Dewit van de werkgroep ‘Mensenrechten in de Kerk’. Dewit vroeg de kamerleden zich in hun werk te beperken tot misbruik in de Kerk en de ‘machinerie’ van het schuldig verzuim.
Met zijn gekende verbetenheid schetste Devillé, ondertussen 79 jaar, zijn strijd en het historische verloop sinds 1992. Hij noemde het jaar 2010 een hoopvol keerpunt, waarna op initiatief van de politiek de arbitragecommissie en de kerkelijke opvangpunten werden opgericht.
Devillé stelde evenwel vragen bij de samenstelling van de arbitrage, de uitgekeerde sommen aan slachtoffers en de dadingen met een overeenkomst om over de zaak te zwijgen. Volgens hem keerde men aanklagers gemiddeld 5.300 euro uit (de Stichting Dignity besteedde in totaal zes miljoen euro). Devillé sprak ook over de druk van de Kerk. Hij vroeg de politici om alle opvang uit handen van de Kerk te halen, omdat de samenleving in deze zaak een verantwoordelijkheid draagt.
Er moet volgens Devillé dus een onafhankelijk meldpunt worden opgericht.
Daarom vroeg hij ook de verjaringstermijnen op te heffen. ‘Nu durft men niet meer zeggen: we kunnen niets meer voor u doen, want de feiten zijn verjaard.’
Wat opviel: een aantal parlementsleden had zich duidelijk niet gedocumenteerd over wat de Kerk de voorbije twaalf jaar deed, nochtans handig samengevat werd door Kerknet.
Wie wordt uitgenodigd?
Politici stelden beide sprekers vragen. Valerie Van Peel (N-VA) herinnerde aan de oneerlijkheid waardoor verjaarde feiten niet retro-actief door het gerecht kunnen worden behandeld. Koen Geens (CD&V), gewezen minister van Justitie, wees op de moeilijkheidsgraad van veel vragen. De twee ernstigste kwesties leken hem (1) de verjaring en (2) de schadevergoedingen, die in ons land nu eenmaal vrij laag zijn.
‘U mag ons eenzijdigheid verwijten’, zei Devillé. ‘Maar deze eenzijdigheid is gebaseerd op de getuigenissen van de slachtoffers.’ En ook:
‘Wat moeten wij vooral doen voor de slachtoffers? Onbevooroordeeld luisteren…’
De vraag is nu wie de onderzoekscommissie verder zal uitnodigen: slachtoffers om (achter gesloten deuren) hun verhaal te doen, politiemensen, magistraten, kerkelijke verantwoordelijken…? De lat ligt hoog, besloot commissievoorzitster Sophie De Wit (N-VA).