Opiniestuk Bonny blijft uiteenlopende reacties uitlokken
‘Joodse vrienden, ik kan niet langer zwijgen over wat gebeurt in Gaza’, schreef bisschop Johan Bonny een tijdje geleden op de opiniebladzijden van De Standaard. Een tekst die uiteenlopende reacties blijft oproepen.
De nieuwe spiritualiteitsmedewerkster van Pax Christi Vlaanderen, Bénédicte Kusendila, zegt niet helemaal verrast te zijn geweest. Zij verwijst naar de uitgebreide verklaring die de bisschoppenconferentie medio september aflegde naar aanleiding van de zestigste verjaardag van de vredesencycliek Pacem in Terris van paus Johannes XXIII. ‘Staat daar niet al duidelijk in dat gebruik van geweld aan strikte regels onderworpen [moet] blijven, ook wettige zelfverdediging tegen een agressor? Die bekommernis vond je terug in bisschop Bonny’s open brief: als de zelfverdediging alle proporties te buiten gaat, kun je niet langer zwijgen. Het is goed dat de bisschop nu klare taal spreekt’, zegt Kusendila.
Wat verwachten we van een bisschop? Dat het iemand is die leiderschap vertoont, die profetisch spreekt. Kusendila heeft zelf in Zuid-Afrika geleefd en gewerkt en zij herinnert eraan hoe Nelson Mandela na de val van het Apartheidsregime de Zuid-Afrikanen opriep om de nationale rugbyploeg te steunen, hoewel rugby tot dan toe altijd de sportbeleving bij uitstek van de blanke minderheid was geweest. Ben je niet bang dat je achterban je kwalijk neemt dat de rugbyploeg ophemelt?, vroegen journalisten hem. Mandela antwoordde: De dag dat ik mij laat leiden door angst voor mijn achterban, moet ik ophouden de natie te willen leiden. Pax Christi komt in de eerste plaats op voor de slachtoffers, aldus Kusendila. Het is fijn dat het instituut waarmee we banden hebben, de Kerk, ons daarin steunt.
Elke minuut telt…
Ook vele mensen die al langer bekommerd zijn om wat in Palestina gebeurt – zoals Herman Vermeulen uit Kermt bij Hasselt – zijn erg bekommerd om de vele burgerslachtoffers in Gaza. 'Daar zijn op één dag vier kinderen in de couveuse gestorven omdat de elektriciteit was afgekoppeld. Ik mag dan wel geen praktiserend christen meer zijn, ik herinner mij wel nog het christelijke begrip ‘geweten’. Elke minuut telt, niemand mag nog zwijgen! Wat ik zeg, is van weinig tel, misschien slaagt Bonny er wel in om een dialoog hierover mogelijk te maken en de omertà in de ruime joodse wereld te doorbreken. Want de joodse stemmen die we nu horen, zijn – hoeveel respect ik er ook voor heb – eerder marginale figuren.'
Antisemitische aanval
Voor dit artikel heb ik verschillende joodse vrienden aan de lijn gehad. Op Anya Topolski van ‘Een Andere Joodse Stem’ (EAJS) na, wilde niemand onder hen geciteerd of bij naam genoemd worden.
Vele joden in ons land vrezen immers als de dood dat hun stem politiek gerecupereerd wordt.
Topolski, als filosofe verbonden aan de Radboud-universiteit in Nijmegen, benadrukt dat zij niet namens EAJS spreekt, aangezien ook binnen die groep verschillende meningen leven. Daarom is nuance hier uiterst belangrijk, zegt Topolski. Een fout die Bonny in zijn tekst voortdurend maakt, is alle joodse stemmen op een hoopje gooien. ‘Eigenlijk steekt daar al een aanzet tot antisemitisme: alle joden dit of alle joden dat. Wordt zoiets ook van de christenen gezegd: alle christenen dit of alle christenen dat? Neen toch! Daarom was ik al wat bang toen ik in die titel het veralgemenende ‘Joodse vrienden’ zag, maar ik hoopte nog even dat de titel van de eindredactie van de krant kwam, en niet van de bisschop zelf. Joden zijn echter een superdiverse groep, er is een verschil tussen joden, inwoners van Israël, zionisten en de diehards van de regering-Netanyahu.’
Besefte bisschop Bonny wel voldoende hoezeer de aanval van Hamas van zaterdag 7 oktober de ruime joodse gemeenschap in het vlees sneed, ook zij die het met de vergeldingspolitiek van de regering in Tel Aviv absoluut oneens zijn. De aanval van 7 oktober was de ergste antisemitische aanval sinds de Shoah, van een organisatie – de islamitische verzetsbeweging Hamas – die haar antisemitische uitgangspunten nooit verborgen heeft. Waarom heeft bisschop Bonny de aanval van Hamas in zijn tekst niet veroordeeld? Hij heeft hem niet eens vermeld, vragen verschillende christelijke en joodse gesprekspartners zich verontwaardigd af.
Wat verschillende joodse gesprekspartners off the record zeggen, zegt Topolski, wel klaar en duidelijk: 'Het conflict tussen Israël en Palestina wordt langs alle kanten geframed als een religieus conflict. Maar dit is een politiek, geen religieus conflict.'
Het was voor Topolski dan ook logisch om op 11 november mee op te stappen tijdens de betoging voor een wapenstilstand in de straten van Brussel. Op een sabbat? Ja, zegt Topolski met klem, is er een betere manier om als gelovige joodse de sabbat te eren dan te bidden en op te stappen voor vrede?
De EAJS-activisten zijn trouwens lang niet de enige joden die zich inzetten voor vrede voor allen in het Heilig Land; er stapten op 11 november ook enkele Brusselse joodse studenten mee.
Schuldig zwijgen
Hoewel zij dus eerst even weigerachtig was, vindt Topolski de open brief van bisschop Bonny wel een belangrijk signaal.
Het roept de vraag op waar het schuldig zwijgen begint of eindigt, zegt zij.
‘Hoe vertaal je het Engelse woord complicity? Want dat is waartoe neutraliteit op een zeker ogenblik leidt, tot schuldige medeplichtigheid. Daar mogen zowel bisschoppen als imams en rabbijnen wel eens over nadenken. In die zin getuigt de tekst van bisschop Bonny wel van een zeker lef. Want dat er tegenstand zou komen, dat wist hij wellicht op voorhand.’
Maar Topolski kan niet begrijpen dat de bisschop schreef dat het van het verleden naar het heden maar een kleine stap is. De bisschop sloeg inderdaad een heleboel stappen over.
Genocide
Je kunt niet zomaar suggereren dat wat nu in Gaza gebeurt met pakweg de genocide onder de nazi’s vergeleken kan worden, zegt Topolski. Maar wat je wel kunt zeggen – hoe pijnlijk het ook is om dat te beweren – is dat het geweld dat in Gaza gehanteerd wordt, volgens de juridische definitie van genocide waarschijnlijk genocidaal is. Dat is alvast wat de Israëlische genocide-specialist Raz Segal onlangs in de Jewish Currents schreef.
Topolski wijst erop dat zo’n genuanceerde juridische analyse belangrijk is. Want wat we met name van de Shoah geleerd hebben, is hoe gevaarlijk de taal van neutraliteit is; zij leidt inderdaad snel tot medeplichtigheid. Wij horen nu heel veel over de rechten van de joden, over de rechten van Israël. Maar de Palestijnen hebben ook rechten. Als we nu niets aanvangen met de internationale rechtsregels opgesteld na de Tweede Wereldoorlog, wat is dat internationale recht dan waard?
Kinderverkrachters
Tijdens mijn rondvraag voor dit artikel hoorde ik bijzonder weinig stemmen die het niet eens waren met de oproep van de bisschop van Antwerpen om het lot van de Gazanen ter harte te nemen, zowel aan christelijke als aan joodse kant. Die stemmen zijn er natuurlijk wel.
In Joods Actueel reageerde Guido Joris met een giftige verwijzing naar 'kinderverkrachtingen door uw ambtsgenoten in de Kerk en de Israëli’s die zelf zullen uitmaken hoe af te rekenen met de kinderverkrachters van Hamas'.
Ook de grote Antwerpse joodse gemeente Shomre Hadas stelde dat zij 'pal achter Israël staat in dit conflict en begrijpt dat Israël geen andere keuze heeft dan Hamas uit te roeien en de Gazanen te bevrijden van deze terreurgroep. Deze mening wordt gedragen door de hele Israëlische bevolking, zowel uiterst rechts als links'.
‘Anders kan Hamas zich hergroeperen en morgen opnieuw toeslaan, misschien met chemische wapens die het van Iran krijgt. '(Shomre Hadas)
Amalekieten
En toch krijgt bisschop Bonny ook tegenwicht uit hoeken die zijn oproep toejuichen om de Gazanen te ontzien, maar zijn theologische argumentatie op de korrel nemen.
‘De joodse traditie heeft nooit nood gehad aan de dood en de verrijzenis van Christus om te beseffen dat de God van Israël de vader is van alle mensen’, schreef de joodse bekeerling Dennis Baert namens het Antwerpse Instituut voor Joodse Studies in De Standaard. De bisschop van Antwerpen had inderdaad in zijn open brief aangeklaagd dat sommige politieke en militaire leiders in Israël Bijbelse thema’s misbruiken om hun moorddadige optreden te legitimeren.
‘Bisschop Bonny heeft naderhand in de studio van Terzake uitgelegd dat hij het vooral Israëlische premier Netanyahu kwalijk neemt dat deze bij het uitzenden van zijn soldaten verwezen heeft naar de Amalekieten. In het 1 Samuel 15,2 staat letterlijk: Dit zegt de HEER van de hemelse machten: ‘Ik ben niet vergeten wat Amalek Israël heeft aangedaan: het heeft Israël de weg versperd bij zijn uittocht uit Egypte. Trek daarom op tegen de Amalekieten en versla ze. Wijd al hun bezittingen onvoorwaardelijk aan de HEER. Spaar ze niet maar dood alles en iedereen: mannen en vrouwen, kinderen en zuigelingen, runderen en schapen, kamelen en ezels.’
Bonny berokkent aanzienlijke schade aan ruim 60 jaar joods-christelijke dialoog en verzoening. (Dennis Baert)
De oproep tot strijd tegen de Amalekieten is zowat de gewelddadigste passage uit de joodse Schrift en vraag is of deze verzen letterlijk of metaforisch moeten worden gelezen.
Preconciliair
In zijn oorspronkelijke brief zei bisschop Bonny niet welke bijbelse legitimering van het geweld vanwege Israëlische leiders hij op oog had. Daardoor doet zijn tekst uitschijnen dat er een fundamenteel verschil is tussen het joodse en het christelijke theologische perspectief, waarbij het christendom zou staan voor de universaliteit van het heil en het joodse eerder voor particulier religieus belang. Maar de universaliteit van de menselijke waarde behoort tot de oudste joodse leerstellingen, eeuwen ouder dan het christendom, reageert Dennis Baert terecht.
De slordige redactie van Bonny’s tekst leidt ertoe dat verschillende kenners van de verklaring Nostra Ætate van het Tweede Vaticaans Concilie uit 1965 en de joods-christelijke dialoog sindsdien, ronduit zeggen dat Bonny preconciliaire nonsens verkoopt. Inderdaad, het universalisme zit van oudsher ook ingebed in het joodse denken.
Toen opperrabbijn Albert Guigui een paar weken geleden zijn jongste boek met bijbelexegese bij Sant’Egidio in Antwerpen voorstelde, had hij het uitdrukkelijk over de Schepping van de mens tselem Elohim – als evenbeeld van God. God heeft maar één Adam geschapen, zei de grootrabbijn met stelligheid. Wij zijn dus allen broers van elkaar! Maar niet alleen die tegenstelling tussen particularisme en universalisme schaadt de joods-christelijke dialoog, Bonny lijkt ook de aloude substitutie-gedachte in ere te herstellen. Dat is de kwalijke anti-judaïsme gedachte dat de joden hun roeping als volk Gods hebben verloren sinds de christenen de universele draagwijdte van het Godsverbond hebben begrepen.
Intertekstueel
Diaken Jean Bastiaens – voormalig directeur van Bijbelhuis Zevenkerken, nu Biblia in Brugge – legt uit dat het universele perspectief ín de Schrift zelf steekt, ín de Joodse Schrift die ook onze Schrift is, en die de Schrift van Jezus was. Israël wordt daarin geroepen om voor te leven hoe het is om onder Gods hoede te leven; dat is ondenkbaar zonder Israëls verbindingen met de omringende volken. Wij moeten de Schrift intertekstueel lezen, in zijn grote samenhang, zegt Bastiaens. Je mag geen enkele passage isoleren, geen enkel bijbels boek uit het geheel lichten. Bovendien levert de Schrift permanent profetische kritiek op alle gebrek aan geloof en vertrouwen. Geweld wordt daarbij expliciet afgewezen, bij Jesaja, bij Hosea, in de Psalmen, noem maar op. Het optreden van Jezus en de reflectie daarover bij zijn eerste leerlingen is ondenkbaar zonder de profetische literatuur en zonder bijvoorbeeld de ‘liederen van de lijdende dienaar’ uit Deutero-Jesaja.
‘Jezus trekt door wat tot ontwikkeling komt in de Schrift als geheel en geeft er met zijn eigen leven een nog sterkere dimensie aan.’ (Jean Bastiaens)
Jeruzalem
In Jeruzalem, waar hij al een halve eeuw actief is, wil Frans Bouwen zich niet mengen in een polemiek tussen christenen en joden in België. Wij leven hier in een drukkende situatie, zegt de witte pater. ‘Het is nu niet de tijd voor theoretische debatten, die hebben nood aan een meer vreedzame atmosfeer. In de huidige dramatische situatie is de prioriteit een einde te stellen aan het geweld dat dood en lijden meebrengt voor duizenden onschuldige mensen, mannen, vrouwen en kinderen. Wij moeten natuurlijk duidelijk stellen dat de moorddadige uitval van Hamas op 7 oktober onaanvaardbaar is en die veroordelen. Maar is gelijk welke reactie daartegen gerechtvaardigd? Er moet – door allen samen – gezocht worden naar het beste middel voor de vrijlating van alle gegijzelden, voor een waardig mensenleven voor de inwoners van Gaza en voor de veiligheid van alle inwoners van Israël én Palestina. Daar is veel moed voor nodig, meer dan om oorlog te voeren.’
‘Het is soms moeilijk om het hoofd koel te houden. Dat probeer ik, en ik hoop dat anderen dat ook proberen te doen.’ (Frans Bouwen)