Retabel van Averbode terug in abdijkerk van norbertijnen
Vandaag werd in de abdijkerk van Averbode het uit 1614 daterende ‘Retabel van Averbode’ onthuld. Het kunstwerk werd in het najaar van 1873 door het Antwerpse Museum voor Oudheden aangekocht voor 3.500 frank. Een jaar later werd het naar Antwerpen getransporteerd. De voorbije jaren bevond het kunstwerk zich in het MAS.
Het is vrij uitzonderlijk dat een kunstwerk afkomstig uit een kerkgebouw na een jarenlang verblijf in musea terugkeert naar de bewuste kerk.
37 rijnsgulden, de prijs van een zeilvrachtschip
In de vijftiende en de zestiende eeuw waren steden zoals Antwerpen, Brussel, Mechelen gekend voor hun retabels en werden ze naar heel Europa geëxporteerd. Ze waren bestemd voor kloosters, gilden, broederschappen en rijke particulieren. Het waren luxeproducten.
Een retabel werd meestal aan de achterkant van een altaar geplaatst en toonde op didactische wijze taferelen uit het evangelie.
In 1514 werd het Retabel van Averbode door abt Gerard vander Scaeft (abt van 1501-1531) aangekocht bij Jacob van Cothem, een beeldsnijder die zijn atelier in de Antwerpse Kammenstraat had en handelde in retabels. Het retabel werd dan een eerste keer, vanuit Antwerpen, verscheept naar Averbode. We weten uit het archief dat de abdij van Averbode in 1514 in totaal 37 rijnsgulden betaalde voor de aankoop van het retabel en nog eens 20 stuivers voor de verscheping ervan naar de abdij. Het is moeilijk om de waarde van toen om te rekenen naar die van vandaag, maar de prijs van een retabel was gelijk aan een zeilvrachtschip. Het stond oorspronkelijk op het altaar van de toenmalige abdijkerk, maar vanaf de 17de eeuw bevond het zich in het Refugehuis van de abdij te Diest.
(Lees verder onder de afbeelding.)
Het gebeeldhouwde middendeel toont de Bewening van Christus. Centraal ligt de gestorven Christus, omringd door zijn naasten. Achteraan, onder het gotische snijwerk, zien we de contouren van Jeruzalem. Het levenloze lichaam van Jezus ligt uitgestrekt op een lijkwade die door de apostel Johannes voorzichtig opgetild wordt. De linkerhand van Jezus wordt vastgehouden door Maria Salomé (halfzuster van Maria), die een elegant hoofddeksel draagt. Tussen Johannes en Maria Salomé staat Maria, de moeder van Jezus. Twee figuren zijn beschadigd. Vroeger waren de beeldjes verguld en beschilderd.
Ruw gezegd is een retabel een houten kast met luiken.
Hier zijn de luiken beschilderd. Op de zijluiken links staat de Kruisiging en rechts de Verrijzenis van Christus. Als het retabel gesloten is, ziet men links een Ecce Homo-tafereel en rechts een ontmoeting van Jezus en Veronica. De schilder van de luiken is niet bekend; hij of zij behoort stijlkritisch tot de zogenaamde Antwerpse maniëristen, laat 15de, begin 16de eeuw.
Het meest bijzondere hier is de predella, het voetstuk. Er staan drie allegorische vrouwenfiguren op: Geloof, Hoop en Liefde.
Links hiervan zien we de geknielde broeder-portier Nicolaas Huybs en rechts het wapenschild van abt Gerard vander Scaeft. Uit een banderol met een Latijnse tekst naast de portier leren we dat deze broeder het retabel financierde dankzij de opbrengst van zijn bijenteelt. Achter hem zien we dan ook een bijenkorf.
Terug naar Averbode
Vanaf vandaag is het retabel terug thuis bij de norbertijnen. In Vlaanderen vind je nog tientallen schilderijen, beelden, retabels en andere werken op de plek waarvoor ze ooit gemaakt zijn, of waar ze zich vaak al eeuwen bevinden. Voor het MAS is het daarom belangrijk om het Retabel van Averbode te tonen op de plek waarvoor het gemaakt is. Door het daar — in een langdurige bruikleen — opnieuw te tonen, versterkt het MAS de betekenis van dit belangrijke kunst- en cultuurhistorische erfgoed en kan het publiek er blijvend van genieten.
De terugkeer van het retabel van Averbode wordt mogelijk gemaakt dankzij de financiële medewerking van het project Vlaamse meesters op hun plek van Toerisme Vlaanderen en OKV. In de abdijkerk bevindt het kwetsbare kunstwerk zich in een ‘klimaatvitrine’ om het te beschermen.