Kerstinterview aartsbisschop Terlinden: ‘God is bij ons’ [video]
Begin september werd Luc Terlinden tot bisschop gewijd en geïnstalleerd als aartsbisschop van Mechelen-Brussel. Diezelfde week werd de eerste aflevering van Godvergeten aangekondigd. Of hij zich zijn wittebroodsweken anders had voorgesteld? ‘Ik ben geen bisschop geworden om van de rust te genieten.’ Maak kennis met een wilskrachtige kerkleider.
Het is uw eerste Kerstmis als aartsbisschop, in een samenleving getekend door polarisering. Wat betekent de geboorte van de Vredevorst vandaag?
Misschien wordt Kerstmis te vaak als een romantisch feest voorgesteld. Toen Jezus 2000 jaar geleden in Palestina ter wereld kwam, was dat ook in een context van grote politieke onzekerheid. Zijn geboorte bracht daar niet als bij wonder verandering in. Voor de betekenis van het kerstfeest moeten we veeleer naar Pasen kijken, naar Jezus’ dood, die zijn getuigenis middelpuntvliedende kracht geeft. Door het kruis kunnen we de naam ‘Immanuel’ verstaan, zoals de evangelist Matteüs in zijn kerstverhaal citeert uit Jesaja. De naam betekent: God is met ons.
De diepe betekenis van Kerstmis is dat God in de diepste duisternis bij ons is.
Hij is niet alleen in de grootste kwetsbaarheid geboren, maar ook gestorven. En de dood was niet het einde van het verhaal. Dat is de hoop van Kerstmis.
Deelt u het gevoel dat we in een verduisterde tijd beland zijn of hebben we te weinig oog voor het positieve?
Mijn temperament is eerder optimistisch. Toen ik stage deed op de parochie in Schaarbeek leerde ik van de priester daar om in het dagelijkse leven tekenen van hoop te zien. Ik denk nu bijvoorbeeld aan de interreligieuze dialoog. Goede contacten onderhouden met andere religieuze leiders is een van mijn nieuwe taken als aartsbisschop. Zo had ik onlangs een ontmoeting met de opperrabbijn van Brussel, Albert Guigui. Tegen de achtergrond van de oorlog in Gaza is het zo belangrijk om met elkaar in verbinding te zijn. We waren het erover eens dat de oorlog niet allereerst religieus maar wel politiek is, en dat het mogelijk moet zijn een signaal te geven dat we bepaalde zaken niet aanvaarden. Daaruit ontstond het idee om samen naar Jeruzalem te gaan als statement voor de vrede. Zodra het veilig genoeg is, willen we dat doen, ook met andere levensbeschouwingen.
U was altijd sterk met jongeren begaan. Mist u dat contact als aartsbisschop?
Ik heb nog altijd vrij veel contact met jongeren, bijvoorbeeld in de voorbereiding van huwelijken. Maar ook op de Wereldjongerendag van IJD in Grimbergen was ik van de partij, net als op een evenement van de Franstalige jongerenpastoraal in Maredsous. Jongeren hebben een natuurlijk enthousiasme. Ze hebben veel dromen, voor zichzelf, maar ook voor de Kerk. Ik vind het een belangrijke en fijne opdracht om naar hun dromen te luisteren en daarmee het leven van de Kerk te vernieuwen.
Welke drie beelden of gebeurtenissen markeren het jaar 2023 voor u?
Dan denk ik allereerst aan Gaza. De vernieling, de wanhoop, de hoge menselijke tol hebben me diep geraakt. De internationale diplomatie heeft hier weer gefaald na Oekraïne, Jemen, Soedan, Congo… Een tweede beeld is dat van Godvergeten. De pijn van de slachtoffers die aan bod kwamen, heeft me eveneens diep geraakt.
We kunnen nooit denken dat we genoeg gedaan hebben.
We staan open voor de aanbevelingen van de parlementaire commissies, zoals in 2010. Sindsdien hanteren we een beleid van nultolerantie. Een derde beeld zijn de ronde tafels op de synode over synodaliteit. Ze staan symbool voor de overgang van een piramidale en hiërarchische Kerk naar een Kerk waarin iedereen op gelijke hoogte mag en kan participeren; mannen en vrouwen, leken en religieuzen, jong en oud.
U noemt ‘Godvergeten’ net. Hoe was het voor u om in die stemming aan uw taak te beginnen?
Je wordt geen bisschop om van de rust te genieten, hé. De aandacht voor de slachtoffers is voor mij nu prioritair. Ik ga regelmatig naar een parochie en er komen dan veel vragen over het falen van de Kerk, maar ook een signaal van vertrouwen dat de juiste beslissingen zullen worden genomen. Veel mensen willen zich blijven inzetten voor de kern van de zaak, het evangelie. En als ik hun grote inzet zie, kan ik niet anders dan vaststellen dat de Kerk leeft.
Hebt u al antwoorden gekregen op de vraag wat de Kerk nog meer kan doen voor slachtoffers van misbruik?
Net zoals in 2010 willen we ook nu daarop het juiste antwoord zoeken samen met de parlementaire commissies. Enkele pistes liggen intussen op tafel. Er wordt onder meer gedacht aan gespreksgroepen voor slachtoffers en hun omgeving onder professionele begeleiding. Dat voorstel komt van een slachtoffer zelf. Zoiets kan ook openstaan voor mensen die misbruik meemaakten in andere contexten dan de Kerk. Ook voor hen willen we er zijn. Een ander voorstel is de ondersteuning van psychologische begeleiding en mogelijk komt er ook een vaste herdenkingsdag met suggesties voor de liturgie.
Hoe ziet u de Kerk van de toekomst?
Ik zie de Kerk graag als een familie waarin alle leden solidair zijn met elkaar en zeker met de meest kwetsbare. Een familie ook waarin iedereen meetelt en zijn plaats heeft. Ik zou graag spreken van een broederlijke Kerk, minder hiërarchisch en piramidaal ook. Een Kerk dus waarin de taken en verantwoordelijkheden beter verdeeld zijn.
Dan denk ik ook aan de aanwezigheid van vrouwen in onze beleidsorganen.
Als pastoor deed ik al de ervaring op dat dit onze manier van werken vanzelf verandert. Ook in de bisschopsraad van het aartsbisdom wil ik daar werk van maken. Daarvoor moeten we niet wachten op een hervorming of een eventuele openstelling van het diaconaat voor vrouwen.
Dat werd openlijk besproken op de synode in Rome. Denkt u dat de diakenwijding voor vrouwen erdoor komt?
Het bestond al in de eerste eeuwen, hé. Ik weet niet of de volgende sessie van de synode in Rome daartoe zal beslissen, maar dat is alleszins nog niet het eindpunt van de synodaliteit. We zijn maar aan het begin van het synodale proces.
Hoe ziet u de rol van de priester in een meer synodale Kerk?
Ik hoop dat een nieuwe definitie van het ambt van priester én bisschop een van de eerste vruchten zal zijn van de synode. Ik vind het alleszins niet goed dat er zoveel macht geconcentreerd zit bij de bisschop. We moeten naar een circulair model van gezagsuitoefening, met veel meer overleg. Het volstaat niet om een paar parochianen in een raad samen te brengen als op het einde de pastoor of bisschop los daarvan beslist. Werken in complementariteit en aandacht geven voor de competenties en charisma’s van iedereen, moet overigens niet in concurrentie gezien worden met de rol van de priester of bisschop.
Een parochie heeft managerscapaciteiten nodig, maar in een gemeenschap waarin alles draait rond de priester, bestaat het risico dat de priester steeds meer een manager wordt.
Maar dat is niet de kern van zijn ambt, wel om mensen pastoraal te begeleiden en hen nabij te zijn in hun concrete leven. Daar haal je ook de meeste energie en voldoening uit, zo heb ik toch zelf ervaren. In een synodale Kerk kan een priester weer meer priester zijn, teken van de aanwezigheid van Christus. Dat is de sacramentele dimensie van de priester door zijn wijding. En die sacramentele dimensie komt niet enkel tot uiting in de eucharistie of de biecht.
Hoe kunnen we de synodale praktijk meer doen leven aan de basis?
(lacht) Dat onderwerp staat op de agenda van onze bisschopsraad. We kunnen daarbij ook een beroep doen op expertise uit de ondernemingswereld, waar men al langer met participatieve besluitvorming bezig is.
Welke hoop koestert u voor de Kerk?
Dat we een echte broederlijke en familiale Kerk mogen worden. Eenvoud en vertrouwen staan daarin centraal. Een Kerk ook als een oase van barmhartigheid voor alle mensen, waar we de liefde van God voor elke mens kunnen ervaren. Dat is voor mij heel belangrijk. Zo worden we uitstralende en levendige gemeenschappen die van de liefde van God getuigen. Charles de Foucauld blijft daarbij voor mij een grote inspiratiebron. Hij was profetisch in de verantwoordelijkheid voor leken, bijvoorbeeld. Hij besefte dat leken een belangrijke rol spelen in de verkondiging van het evangelie, al kon hij onze huidige situatie van verregaande secularisering nog niet voorspellen. Zijn visie op het religieuze leven, dicht bij de mensen en met grote fraterniteit, is bijzonder modern. Daarbij had hij het beeld van de heilige familie van Nazareth voor ogen. Alle gelovigen als een grote familie rond Jezus.
Mijn kerstwens is dan ook dat we de hoop van dat kleine kind in de kribbe ontwaren: God is met ons. Hij is nooit ver weg.
Daarin vind ik de hoop op vrede en hoop voor onze Kerk om verder samen op weg te gaan.
Hoe viert u dit jaar Kerstmis?
Eerst zijn er de middernachtviering van kerstavond en de dagviering van Kerstmis in de kathedraal. Daarna staat een goede maaltijd te wachten bij de familie. En dan heb ik een week vakantie: tourski in Zwitserland. Ik ben heel graag in de besneeuwde bergen: enerzijds heb je de rust en totale stilte, anderzijds de adrenaline van het klimmen en het skiën. Ik zal me daar met plezier laten leiden door een gids, even alle verantwoordelijkheid van mij afleggen en opgaan in de groep.
Tot slot, in 2024 komt paus Franciscus naar België. Wat ging er door u heen toen u het nieuws vernam?
Samen met de rectoren van de beide katholieke universiteiten hadden we dat inderdaad gevraagd en uiteraard gehoopt op een positief antwoord. Maar paus Franciscus is zuinig op buitenlandse bezoeken. Het is dus een hele mooie verrassing. Die hij bovendien nog eens persoonlijk in een interview bekendmaakte!