Het mooiste geschenk - Mark Van de Voorde [column]
De kerstperiode is voorbij. De beeldjes van de kribbe staan alweer op zolder. De kerstboom heeft niet alleen de helft van zijn naalden geruid, hij is ook zijn versiering kwijt. Maar we hebben nog tot eind van de maand tijd om nieuwjaarswensen uit te delen, al of niet met een geschenkje erbij.
Er is nogal wat te doen over die cadeaus. Sommigen zijn er zelfs radicaal tegen. Ze laten hierover alleen maar contra's bassen, alsof mekaar onder het inpakpapier bedelven onzedig zou zijn en iemand bestuwen met een presentje tegen de christelijke deugdzaamheid zou botsen. Ik heb het niet zo hoog op met dat uitgelekte droogstoppelgeloof dat geen sap in het leven lust. Trouwens, katholiek zijn is ook altijd een beetje feesten, het katholieke geloof is immers ook zintuiglijk geloof. De zinnelijkheid is trouwens de enige weg om het onzichtbare voelbaar te maken. Wie alle glitter en glans probeert weg te poetsen uit de religie, slaat de kortste weg naar het ongeloof in.
Natuurlijk loopt het wel eens de spuigaten uit met die geschenkenregen. Maar het is ook niet omdat er alcoholisten zijn, dat een glaasje drinken een misdaad zou zijn. De Drooglegging honderd jaar geleden werkte de criminaliteit in de hand, herinneren zich de Amerikanen. Ook een drooggelegde religie tilt het kwaad naar de oppervlakte.
Oké, ik geef het toe, ik ben gesteld op cadeautjes, zowel om te geven als om te krijgen.
Bovenal als het geschenken wisselen geen afgesproken deal is, maar de verrassing nog een plaatsje krijgt. Niet weten van wat je krijgt, is een feest. Als we afspreken wat we elkaar cadeau doen, wisselen we geen geschenken maar doen we aan ruilhandel. We kunnen dan nog beter een bankje van vijftig of honderd rond laten gaan tot het bij start terugkeert. Iedereen tevreden, niemand iets verloren. Maar ook niemand iets gewonnen.
Een vooraf afgesproken geschenk is op de keper beschouwd een vorm van wantrouwen. We spreken maar af wat we elkaar geven, want we vertrouwen de smaak van de ander niet. Een geschenk moet een verrassing blijven. In wezen is het pakje belangrijker dan het geschenk: de ware inhoud is immers vriendschap en vriendschap berust op vertrouwen, niet op afwegen. De vreugde van het ongekend geschenk is dat het ongevraagd je leven binnentreedt, zoals de vriendschap zelf. Vriendschap kun je niet meten aan de waarde of de prijs van een cadeau. Wie vriendschap weegt, vernietigt haar.
De Kerst- en Nieuwjaarstijd is een ideale periode voor cadeautjes. Met Kerstmis herdachten we immers de geboorte van Jezus Christus, de grote verrassing die niet door mensen werd bewerkstelligd. Daar passen geschenken bij, want Kerstmis zelf was een geschenk.
God deed ons zijn Zoon cadeau, een geschenk dat de mensheid leerde dat we pas echt mens zijn als we aan elkaar zijn gegeven.
De kerstperiode eindigde ook niet toevallig met cadeautjes. Op Driekoningendag kwamen de wijzen met hun geschenken in beeld. Wel pas op het einde, want die geschenken zijn niet de essentie, ze zijn de vertolking van dankbaarheid.
Mensen zijn materiële wezens. Ze hebben materie nodig om de immateriële dingen als liefde, dankbaarheid, vriendschap, goedheid en geloof in te verpakken. Als ze tenminste niet vergeten hun mooiste geschenk mee te brengen: goede woorden, luisterbereidheid en liefde om een jaar lang zelf geschenk aan elkaar te zijn.