Commentaar bijbellezing 18/2: ‘Jezus en de wilde dieren’
Evangelie: Marcus 1, 12-15
In die tijd dreef de Geest Jezus naar de woestijn. Veertig dagen bracht Hij in de woestijn door, terwijl Hij door de satan op de proef werd gesteld. Hij verbleef bij de wilde dieren en de engelen bewezen Hem hun diensten. Nadat Johannes was gevangen genomen, ging Jezus naar Galilea en verkondigde Gods Blijde Boodschap. Hij zei: ‘De tijd is vervuld en het Rijk Gods is nabij; bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap.’
Commentaar Saskia van den Kieboom: ‘Jezus en de wilde dieren’
In de woestijn komen de wilde dieren. Dat ondervond Jezus onmiddellijk, wanneer hij er 40 dagen en 40 nachten verbleef. Jezus werd op de proef gesteld door Satan. Jezus bevond zich op het terrein van Satan. Geen aantrekkelijke idyllische plaats waar het goed toeven is. Het is er akelig. In de woestijnen die Jezus kende, kon het overdag behoorlijk warm zijn, maar in de nachten was het koud. Er zaten wellicht wilde dieren, een schorpioen in de schemering, een Palestijnse adder, jakhalzen die er ondeugend met de proviand vandoor konden gaan en ook wolven. Sommige dieren waren gevaarlijk, en zo ook het leven in de woestijn, maar Jezus kon er wel mee omgaan. Hij was ermee bekend. Deze woestijn was anders. Donkerder, gevaarlijker, desolater.
Een woestijn die desondanks niet te vermijden is, Jezus moest er door.
Af en toe komen ook wij terecht in deze woestijn. Worden we overvallen door leegte, dorre droogte, intens verdriet en is er even geen perspectief. En dan komen ook bij ons de wilde dieren die met ons zelfvertrouwen en levensvreugde aan de haal gaan. Wilde dieren die ons geloof ondermijnen en wilde dieren die ons verleiden om verkeerde keuzes te maken. Geen aardse dieren, maar duivelse hellewezens die niets liever willen dan ons onderuit halen. Denk aan de wilde beesten die ons ’s nachts uit onze slaap kunnen houden. Ze brengen ons aan het wankelen en Satan wil niets liever dan ons te zien vallen, te zien falen en doet ons geloven dat we zullen falen, dat we niets waard zijn. We blijven achter met een schuldgevoel, met een gevoel van radeloosheid en innerlijke leegte. Een diepe innerlijke pijn.
Jezus kent het maar al te goed, hij heeft het zelf ondervonden.
Jezus wil dan ook niets liever dan ons door die woestijn heen leiden. Hij kent de weg! Hoe gevaarlijk, akelig en desolaat ook, hij kent de weg!
Laten we in de veertigdagentijd de weg met Jezus gaan, ook al begeven we ons in de droogste en donkerste woestijn. Laat ons zijn hand niet loslaten want uiteindelijk zal hij ons leiden naar de Blijde Boodschap. Daar mogen we in geloven, daar mogen we op vertrouwen.
Saskia Van den Kieboom is stafmedewerker gezinspastoraal en aanspreekpunt voor geloof en homoseksualiteit.