Uitzonderlijk ‘Kyriale’ van Jozef De Vroey eindelijk te zien
Op 16 maart is het een kwarteeuw geleden dat Jozef De Vroey overleed en dat gaat niet onopgemerkt voorbij in zijn geboortestad Aarschot, met onder meer een postuum ereburgerschap. ‘Helemaal verdiend’, zegt gepassioneerd Aarschotenaar Jan Rymenams. ‘Hij krijgt dat ereburgerschap uiteraard niet omwille van de drukbezochte missen in de Gasthuiskapel of als aalmoezenier van rustoord Sint-Rochus.’
Het opmerkelijke verhaal van Jozef De Vroey begint op 19 augustus 1914, een zwarte dag in de geschiedenis van Aarschot. ‘Jozef was twee jaar toen hij zijn vader, geflankeerd door Duitse soldaten, zag vertrekken om nooit meer terug te keren. Vader Hendrik werd die avond samen met 168 andere gijzelaars vermoord als vergelding voor vermeende vrijschutters. Het maakt Aarschot tot een van de zogenoemde martelaarsteden. Zijn moeder, die achterbleef met vijf kinderen, kwam de slag nooit te boven en stierf zeven jaar later.’
‘In een interview met Gaston Durnez in de jaren 1990 verklaarde Jozef dat de dood van zijn vader aan de basis lag van zijn keuze voor het priesterschap.’
Omdat De Vroey goed met jongeren omging, werd hij in 1937 als leerkracht naar het Sint-Lievenscollege in Antwerpen gestuurd. Hij bleef daar tot 1957 en noemde het wel eens de gelukkigste jaren van zijn leven. Hier maakte hij ook de eerste tekeningen die getuigen van zijn groot talent als kalligrafist met een fantasierijke vertelkunst en fijne humor.
Gedenkboek
In 1957 keerde De Vroey terug naar Aarschot om er godsdienstleraar te worden in het atheneum, vanaf 1960 ging hij in het atheneum van Leuven aan de slag. Bij zijn terugkeer in zijn geboortestad merkte hij dat het droevig gesteld was met de herinnering aan de oorlogsgruwel van 1914. ‘Hij startte een eigen veldonderzoek en noteerde de ervaringen van de laatste getuigen. Het resultaat verscheen in boekvorm en met de opbrengst ervan werd de Sint-Rochusmemoriaal opgericht op de plaats waar de Aarschotse burgers werden vermoord’, vertelt Rymenams.
De interesse van De Vroey beperkte zich niet tot de Eerste Wereldoorlog.
‘Het nazisme was voor hem een uiting van de verraderlijkheid van het Duitse volk: miljoenen hadden immers in 1933 voor Hitler gestemd.’
‘De afkeer voor het nazisme werd het onderwerp van zijn meest magistrale werk: het Kyriale(liturgisch boek met vaste gregoriaanse gezangen, nvdr). De Vroey schreef niet enkel de gregoriaanse partituur, maar illustreerde het boek met honderden tekeningen die het verhaal vertellen van het nazisme tussen 1933 en 1945. De bladen zijn 100 op 78 centimeter groot en het boek telt meer dan 500 bladzijden. Hij begon er aan in 1963, op de feestdag van Sint-Jozef, en werkte er twintig jaar aan. Toen hij in 1990 naar een rusthuis ging, schonk hij het Kyriale aan het aartsbisdom, waar het in de vergetelheid verdween, tot het in 2023 werd gefotografeerd voor een gedenkboek. Wie de unieke tekeningen wil zien, krijgt daar van 5 maart tot 15 mei de kans toe. Enkele tekeningen mogen dan het bisschoppelijk archief verlaten en komen naar de Onze-Lieve-Vrouwekerk.’
Van 15 maart tot 15 mei worden de religieuze werken van Jozef Devroey getoond in de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Aarschot (Jan Van Ophemstraat). Van 16 maart tot 30 augustus worden andere werken getoond in het Stedelijk Museum (Elisabethlaan 103).