Vrijwilliger, dank je wel — Koen Vlaeminck [standpunt]
Eerst dacht ik 7, toen 15 en uiteindelijk 35. Ik weet echt niet hoeveel het er zijn.
Ik probeerde te tellen met hoeveel vrijwilligers ik rechtstreeks of onrechtstreeks in aanraking kwam - het is dan ook de Week van de Vrijwilliger. Maar dat lukt niet: ze zijn met zovelen en ze schreeuwen niet om aandacht. Op de school van mijn kinderen, in de parochiekerk, in het ziekenhuis waar ik een vriend bezocht, op de atletiektraining van mijn kinderen, bij de jeugdbeweging, een familielid dat zich als mantelzorger inzet, bij Kerk & Leven en in mijn straat, waar een buurjongen een hulpbehoevende vrouw helpt met haar boodschappen, mooimakers die straatafval opruimen, Rode Kruismedewerkers bij de start van een wielerwedstrijd. Eens je erop let, zie je overal mensen die zich belangeloos inzetten voor anderen.
Vrijwilligers weven een onzichtbare draad. Niet alleen door mijn dagelijks leven, maar doorheen onze hele samenleving.
Het is niet omdat ik ze niet kan tellen dat ik hun waarde niet kan erkennen. Die waarde ligt in het mogelijk maken van al die activiteiten en zorg, maar minstens even belangrijk is het teken dat ze geven. In een wereld die steeds individualistischer lijkt te worden, herinneren vrijwilligers ons eraan dat onbaatzuchtig zorgen voor elkaar de kern vormt van echte menselijkheid. Vrijwilligers onthullen ons een diepe wijsheid: het is door onszelf te geven dat we het leven in al zijn volheid gaan leven.
Dat God liefde is, dat maken vrijwilligers tastbaar.
Ze zijn zichtbare instrumenten van zijn liefde in een wereld die nog steeds diep verlangt naar die liefde te midden van de armoede, eenzaamheid, marginalisering en onwetendheid. Vrijwilligers zijn zaaiers, de boom zal groeien om onderdak, bescherming en kracht te bieden aan allen die dat nodig hebben.
Vrijwilliger, dank je wel.
Reageren? Mail naar koen.vlaeminck@kerk.net