Boek van de maand bij Halewijn: Meister Eckharts meesterwerk
Van de grote middeleeuwse ‘meesters’, briljante theologen en filosofen met een toen internationale uitstraling zijn er maar weinigen die nog gelezen, vertaald en uitgegeven worden. Slechts specialisten van de middeleeuwse cultuur kennen nog de namen van zeg maar Petrus Lombardus of Johannes Duns Scotus. De dominicaan Meister Eckhart (1260-1328), eigenlijk Eckhart van Hochheim, is een grote uitzondering.
Toch werd zijn werk, geschreven in het Duits en het Latijn, pas rond het midden van de twintigste eeuw herontdekt.
Eckhart werd geboren in wat nu het Duitse bondsland Thüringen is en trad rond 1275 in bij de dominicanen of predikheren in Erfurt. In 1294 werd hij er prior van het klooster van de orde, maar enkele jaren later promoveerde hij aan de universiteit van Parijs tot magister in de theologie. Vandaar zijn titel ‘Meister’, meester.
Voor Meister Eckhart, die nadien lesgaf in Parijs en Keulen, is God voor de mens volstrekt onkenbaar en iedere eigenschap die we aan Hem willen toekennen, schiet te kort. Hoewel zijn preken in het Duits tot zijn meest originele werk behoren, is het Latijnse Commentaar op het Johannesevangelie zijn belangrijkste en meest omvangrijke geschrift. Het is ook wat theologie voor deze 14de-eeuwer was: een commentaar bij de Bijbel.
Eckharts mystiek is een zeer aardse, levensnabije mystiek waar God en het Leven één en ondeelbaar zijn.
Maar soms duiken er voor ons vreemde opvattingen op en is de tekst ronduit duister. De centrale gedachte is dat de mens aan dezelfde goddelijke geboorte deelneemt als de Zoon. ‘Wij worden omgevormd in de Zoon, en des te meer wordt de Zoon in ons geboren, en wij worden geboren in de Zoon.’
Inquisitieproces
Zijn opvattingen over de eenheid van het kindschap tussen Christus en de mens was evenwel het grootste knelpunt in het inquisitieproces tegen hem. In 1325 startte de aartsbisschop een onderzoek tegen de geleerde dominicaan wegens ketterse opvattingen. Daarop ging hij in beroep bij het pauselijke hof in Avignon. Maar toen hij daar uiteindelijk werd veroordeeld, was de dominicaan al overleden. Eckhart werd verweten dat hij meer heeft willen weten dan nodig was.
Deze indrukwekkende vertaling uit het Latijn van Mitte Gilles, ingeleid door Satoshi Kikuchi, telt meer dan vierhonderd bladzijden. (EDS)