Rome: van keizerlijke hoofdstad tot centrum van de christenheid
Een zaal vol feeërieke foto's en video’s van Rome van de kunstenaar Christoph Brech vormt het orgelpunt van de boeiende tentoonstelling De wonderen van Rome, die nog tot de zomer in het Diocesane Museum van de stad Paderborn (Westfalen, Duitsland) te zien is. De expositie, in samenwerking met de Vaticaanse en de Capitolijnse Musea, geeft een fascinerende rondleiding doorheen de geschiedenis vanaf het ontstaan van de stad tot haar betekenis vandaag als multiculturele metropool, hoofdstad van Italië en centrum voor 1,2 miljard katholieken wereldwijd. De expo Wonderen van Rome helpt ontdekken hoe de kroon van de keizers van het Romeinse keizerrijk bijna letterlijk werd doorgegeven aan de pausen en hoe Rome, en niet Jeruzalem, uiteindelijk de hoofdstad van de christenheid werd.
Voor deze tentoonstelling zijn enkele unieke, nooit eerder buiten Rome tentoongestelde voorwerpen uit de Vaticaanse Musea en andere collecties naar het Diocesaan Museum van Paderborn gehaald. In de inkomzaal nodigt een enorme marmeren hand van het kolossale standbeeld van keizer Constantijn, die 1,70 meter hoog is en normaal staat opgesteld op de binnenplaats van de Capitolijnse Musea, de bezoeker uit voor een reis langs elf zalen en ruim 200 kunstvoorwerpen. Die helpen de bezoeker een fascinerende reis te maken doorheen de tijd, vanaf de antieke oudheid en de stichting van de stad.
De leidraad van de expo is een reisverslag van Magister Gregorius uit de 13de eeuw over de wonderen van Rome, waarvan het origineel bij de inkom te zien is. De tentoonstelling laat de bezoeker begrijpen wat Rome vanaf de middeleeuwen en de renaissance, met de herontdekking van het als heidens beschouwde antieke Rome, tot op vandaag in de geest van de mensen ten noorden van de Alpen betekent. Het ontsluiert ook waarom de stad al eeuwenlang tot de verbeelding spreekt van dichters, schilders en beeldhouwers, kunstenaars en romantici die zoals de bekende schrijver Johann Wolfgang von Goethe in Rome hun ideaalbeeld meenden terug te vinden.
Van pausen en keizers
Het antieke Rome was in de eerste eeuwen van het christendom overigens nauwelijks van belang voor de christenen uit de hele wereld die de eeuwige stad bezochten op zoek naar de wortels van hun geloof. Zij trokken naar Rome om de sporen te vinden van de apostelen Petrus en Paulus, van de martelaren en van de heiligen. De martelaren en de felheid waarmee ze werden vervolgd, zijn overigens een van de redenen waarom Rome en niet Jeruzalem uitgroeide tot centrum van de christenheid. Maar het is niet de enige en al evenmin de belangrijkste reden. Veel belangrijker is de historische rol die Rome al van onder de keizers vervulde als politieke hoofdstad van het keizerrijk, als knooppunt van culturen en ontmoetingsplaats van Europa, Klein-Azië en Afrika. De catacomben, vroege getuigen van de dodencultuur en symbool van de vroege Kerk, bevinden zich overigens buiten de stad, omdat het destijds verboden was om de doden binnen de stadsmuren te begraven. Toen er onder Constantijn een einde kwam aan de vervolging werden kerken opgericht boven de graven van de martelaren en heiligen, ter bevordering van de verering door de gelovigen.
Maar daarna deden de inval van de barbaren en de val van het Romeinse Rijk Rome eeuwenlang haar luister verliezen. Vanaf paus Gregorius de Grote (540-604) namen de pausen echter de rol van de keizers geleidelijk aan over en dankzij een verbond van de pausen en de Karolingische dynastie groeide Rome uit tot de geestelijke hoofdstad van West-Europa. De tentoonstelling maakt duidelijk hoe die bloei zijn hoogtepunt bereikte met de kroning van keizer Karel aan het graf van de apostel Petrus met Kerstmis in het jaar 800. Keizers en koningen bleven zich vanaf dan tot Rome wenden om gezag en legitimiteit te geven aan hun macht. De expo illustreert mooi hoe het verbond van Karolingers en de pausen resulteerde in een vernieuwing van de liturgie en de bloei van het geestelijke en artistieke leven.
Ontstaan van de geest van de Renaissance en het humanisme
Velen zijn vandaag vergeten dat het antieke Rome, dat zo’n belangrijke impuls gaf aan de renaissance en het humanisme, tot twaalfhonderd vrijwel buiten beeld bleef. Pelgrims bezochten Rome voor de graven van de heiligen en de martelaren en niet om er vertrouwd te geraken of zich te laten verrijken door de prachtige getuigen van de antieke cultuur. Maar vanaf paus Nicolaas V (1397-1455) zouden pausen zich onderscheiden als mecenassen van de kunst en sponsor van het humanisme. De eucharistie werd vanaf dan ook met grote luister gevierd om de grootsheid van de katholieke Kerk duidelijk te maken. Vanaf het Heilige Jaar 1450 konden Romepelgrims de door de protestanten zo verketterde aflaten krijgen, die aanvankelijk slechts waren bedoeld om het geloof te versterken. De praktijk verschafte Maarten Luther in de zestiende eeuw een machtig instrument om de Kerk te bestrijden en bestaande wantoestanden aan te klagen.
Onder de renaissancepausen werd het antieke Rome pas echt ontdekt. Daardoor kreeg de Eeuwige Stad een ongeziene uitstraling die bankiers, kunstenaars, handarbeiders en wetenschappers en humanisten uit heel West-Europa naar Rome lokten. Dit enthousiasme over de antieke oudheid en de inspiratie die dat uitstraalde, vormden de rijke voedingbodem van het humanisme. In het spoor daarvan werden catacomben en graven van de heiligen (her)ontdekt en werd de bibliotheek van het Vaticaan opgericht en tot een van de meest indrukwekkende bibliotheken van de mensheid uitgebouwd. Kunstenaars zochten inspiratie en leerden van de antieke modellen, beeldhouwers bestudeerden de schoonheid en de verhoudingen van de oude beelden, die ze op hun beurt probeerden overtreffen in beelden met de perfecte verhoudingen. Dat huwelijk van geestelijke bloei en uitstraling dankzij de Kerk en de pausen en de rijkdom en inspiratie van de antieke oudheid legden de basis voor de geboorte van het Rome zoals dat vandaag in onze geesten bestaat. Dat Rome blijft tot op vandaag zovelen aanspreken en lokt hen vanuit de verste hoeken van de aarde naar deze fascinerende stad. Ook vandaag nog blijft het pelgrims en toeristen op weg zetten en begeleiden in hun zoektocht naar pracht en schoonheid van het verleden, maar evenzeer naar hun innerlijke zelf. Tot op vandaag blijven de wonderen van Rome een onuitputtelijke bron van verwondering en verbeelding…
De tentoonstelling De Wonderen van Rome is nog tot en met 13 augustus te zien in het aartsbisschoppelijke Diocesaan Museum van Paderborn.