90 jaar geleden ontstond de Jongensbond, voorloper van de Chiro
Op 29 januari 1934 werd Antoon Aarts onderpastoor in de Sint-Rochusparochie in Deurne, waar hij zich meteen inzette voor de jongeren. Daarmee ging hij verder op de weg die hij eerder was ingeslagen in de Heilig Hartparochie in Tienen. In juli 1932 had hij daar de zogenoemde Kristi-jongens opgericht. Met als motto ‘Christus is onze Koning. Zijn ridders zijn wij’ wist hij veel jongens warm te maken om zich aan te sluiten. Op steun van het aartsbisdom moest hij niet rekenen. Integendeel. De beweging werd op 13 december 1933 verboden en Aarts werd overgeplaatst naar Deurne.
Cardijn en Van Roey
Aarts liet het niet aan zijn hart komen en op tweede paasdag, 2 april 1934, richtte hij in zijn nieuwe parochie de Jongensbond op. Zo’n tachtig jongens waren aanwezig op de eerste vergadering. Opnieuw stuitte zijn initiatief op tegenstand. Met name kardinaal Jozef Cardijn, oprichter van de KAJ, zag de nieuwe jeugdbeweging niet zitten. Hij zag het als een bedreiging voor de KAJ en werd hierin gesteund door kardinaal Van Roey.
De jeugd van Deurne wist het initiatief van Aarts wel te smaken.
Elke week trok hij er als proost met hen op uit om een fiets- of trektocht te ondernemen, spelletjes te spelen en te kamperen. Elke zondagvoormiddag kwamen de jongens samen op het plein voor het Gildenhuis. Dat was gedurende lange tijd het openluchtlokaal van de Jongensbond. Regende het te erg, dan vonden ze onderdak in het Gildenhuis. Omwille van het grote succes, en omdat er een groot leeftijdsverschil was tussen de leden, werd de groep al na enkele maanden opgesplitst in ‘jongens’ en ‘kerels’.
(Lees verder onder de foto's)
Amper enkele maanden na de oprichting van de Jongensbond zagen in de zomer van 1934 ook de Madeliefjes Sint-Rochus het levenslicht. Net als bij de jongens streefde Aarts ernaar om alle meisjes, ongeacht rang of stand, samen te brengen in één jeugdbeweging. De meisjes kwamen op dinsdag- en donderdagavond samen in de turnzaal van de nieuwe Sint-Rochusschool. Van samen vergaderen kon geen sprake zijn. Er bestond een strikte scheiding tussen jongens en meisjes.
Uniform
Hoewel de Jongensbond zijn leden graag in een uniform bestaande uit een licht blauw-grijs hemd en korte broek zag verschijnen, werd dat door de kerkelijke overheid verboden. Het dragen van een wit hemd door de jongens en een witte blouse door de meisjes kon echter niet verboden worden. Het kenmerkende witte uniform van de Jongensbond en de Madeliefjes was dus eigenlijk een omzeiling van het uniformverbod door het aartsbisdom.
Het leverde de groep de bijnaam De Witte Muur op.
Eind 1934 werd Chiro officieel opgericht en stilaan evolueerden ook de Jongensbond Sint-Rochus en de Madeliefjes tot Chirogroepen. De Chiro haalde overigens enkele van zijn gebruiken bij de Jongensbond. Zo was de vlaggengroet een uitvinding van Antoon Aarts, die later navolging kreeg bij de Chiro. Ook de belijdenis die Aarts schreef, werd overgenomen door de nationale Chirojeugd. Het tijdschrift van de Jongensbond, Trouw, groeide eerst uit tot een gewestblad en werd later overgenomen door de landsbond.
In 1936 verscheen er een Vlaamsch Filmke ter promotie van de Chiro. Het verhaal – Rik in ’t patronaat – van de hand van Jos Van Liempt was grotendeels gebaseerd op de Jongensbond.