Gedragen op adelaarsvleugels
Vanuit het geloof in God als grond van het bestaan zet Medewerkster van het Apostolaat Heidi De Clercq uit Lochristi zich in voor Kerk en wereld
Net terug uit India, kan Heidi De Clercq (43) uit Lochristi niet naar de bijeenkomst van het Interdiocesaan Pastoraal Beraad (IPB), een overlegorgaan van de katholieke Kerk in Vlaanderen waarin leken een belangrijke rol vervullen. Het is slechts een van de talrijke engagementen die de Medewerkster van het Apostolaat vervult naast haar baan als beleidsverantwoordelijke pastoraal en ethiek in de vzw Zorg-saam Zusters Kindsheid Jesu. Voorts is ze lid van het bestuur van vzw Lisanga en van vzw Vijvens alsook van de Beroepsvereniging voor katholieke pastores in de gezondheids- en welzijnszorg. Met het bisdom Gent trekt ze jaarlijks op bedevaart naar Lourdes, in Frankrijk, en begeleidt ze JOLO, jongeren die er zich dienstbaar maken. In de parochie geeft ze onder meer vormselcatechese en in het ziekenhuis deelt ze communie uit.
– Hoe houdt u al die engagementen in balans?
Als Medewerkster van het Apostolaat, een roeping waarbij ik bewust als alleenstaande leef, hecht ik veel belang aan het gebed. Dagelijks zou ik een uur willen bidden, maar gezien mijn baan en engagementen is dat niet altijd vanzelfsprekend. Mijn auto is mijn rijdende kapel. Bidden is voor mij vooral me bewust zijn van Gods aanwezigheid. De vriendschapsicoon naast mijn televisie en het kruisbeeld in mijn woonkamer helpen me daarbij. Tijdens een taak of bij moeilijke beslissingen vraag ik wat God van me verlangt. Sinds ik naar Lochristi verhuisde, heb ik een tuin. Die onderhouden doet me geregeld gas terugnemen. Ook de buitenlucht helpt me geestelijk te ontspannen. Beroepshalve vind ik vooral het contact met de werkvloer belangrijk. Ook het uitdelen van communie aan zieken helpt om als beleidsverantwoordelijke niet in een ivoren toren te belanden.
– Wanneer raakt u uit evenwicht?
Als ik de aandacht voor het spirituele verwaarloos en gedurende enige tijd op automatische piloot leef of zelf alles te veel in handen wil nemen, word ik moe en prikkelbaar. Gelukkig trekt God telkens weer aan mijn kraag. De maandelijkse recollectiedagen met andere Medewerksters van het Apostolaat zijn op dat vlak een grote steun. Ook het besef van God als dragende grond sterkt [node:field_streamers:0] me, een ervaring die ik al van kindsbeen af heb. Lange tijd interpreteerde ik het begin van het Sanctus tijdens het eucharistische gebed als „Heidi komt in de naam des Heren” in plaats van „Hij die komt”. Daarom staat er in de ring die ik draag In nomine Domini (In de naam van de Heer) gegrift. Ik loop niet te koop met mijn geloof, maar ik stop het ook niet onder stoelen of banken. Het liefst getuig ik in niet-gelovige kringen, zoals bij de kapper of tijdens een cursus Chinees.
– Voelt u zich soms eenzaam?
Soms wel, ook al kom ik met veel mensen in contact. Ook dat is een kwestie van evenwicht. Collega’s en kennissen zijn nog geen vrienden en die heb je soms nodig, mensen met wie je lief en leed kunt delen en die er voor je zijn, ongeacht afstand of verschil in leeftijd. Zo bezocht ik in India een missionaris, een goede vriend. We zagen elkaar lange tijd niet, maar we zaten meteen weer op dezelfde golflengte.
Mijn grootste angst is eenzaam te sterven, in de zin van voor niemand nog iets te kunnen betekenen. Die angst leeft bij heel wat ouderen. Omdat waardigheid in de huidige samenleving vaak wordt afgemeten aan verdienste, voelen vele ouderen zich afgeschreven. In de woon-zorgcentra waar ik werk zie ik nochtans geregeld het tegendeel. Helaas halen die mooie initiatieven onvoldoende de media.
– Het beeld in de media over ouderenzorg klopt niet volgens u?
Helaas niet. Ook niet inzake euthanasie, kwetsbaarheid en afhankelijkheid. De mens is nu eenmaal een kwetsbaar wezen. Ik ben een voorvechter voor een wijziging van de wetgeving inzake euthanasie en psychisch lijden. Dat laatste wordt vandaag makkelijk begrepen als spiritueel of existentieel lijden. Als we die nood als samenleving beantwoorden met euthanasie zijn we fout bezig. Op dat vlak ben ik misschien nogal ambitieus, maar ik ben niet de enige die er zo over denkt. En als het me even allemaal te veel wordt, weet ik dat ik mag rusten op Gods vleugels. Ik vergelijk ze graag met die van een adelaar. God zorgt voor ons, telkens weer. Vanuit dat oervertrouwen sta ik in het leven en durf ik geregeld tegen de stroom in te varen. Daartoe roept ook paus Franciscus de Kerk op.