In elke migrant God ontmoeten
Bisschoppen engageren zich voor de Werelddag van de Migrant en de Vluchteling
Meer dan 100 jaar geleden installeerde de katholieke kerk een Werelddag van de Migrant en de Vluchteling. Deze valt dit jaar op zondag 14 januari en de Belgische bisschoppen maken die dag tijd vrij voor migranten en vluchtelingen. De bisschoppen bezoeken vooral Syrische vluchtelingengezinnen, zowel christenen als moslims, en organisaties die nieuwkomers onthalen.
Wereldwijd zijn er vandaag 258 miljoen migranten waarvan meer dan 60 miljoen mensen die hun leven niet uit vrije wil ver van huis doorbrengen. Kardinaal Jozef De Kesel verwees al naar hen in zijn homilie tijdens de middernachtmis. „Sommigen zijn hier al heel lang”, zei hij. „Ze moeten in hun waardigheid erkend worden. Het zijn niet eerst papieren die hun deze waardigheid verlenen. Die hebben ze onvervreemdbaar, omdat ze mensen zijn.”
Nieuw is deze focus niet. Paus Pius XII stelde in 1952 al dat elke mens die gedwongen wordt zijn land te verlaten om op zoek te gaan naar een betere toekomst, door God ook wordt toevertrouwd aan de zorg van de Kerk.
„Elke migrant die aan onze deur klopt, is een kans om Christus te ontmoeten”, schrijft ookpaus Franciscus in zijn boodschap voor 14 januari. „Christus identificeert zich altijd en overal met elke migrant, of die nu verwelkomd of uitgesloten wordt.”
Verwelkomen, beschermen, bevorderen en integreren zijn volgens de paus de vier werkwoorden waarmee de gelovigen, samen met alle mensen van goede wil, migranten nabij willen zijn. Franciscus houdt het niet bij goedbedoelde oppervlakkigheden, maar neemt politieke standpunten in, die in heel wat Europese landen niet populair zijn. Zo vraagt hij de toekenning van humanitaire visa en de vereenvoudiging van visa voor gezinshereniging, ook voor grootouders en kleinkinderen. Collectieve uitwijzingen zijn voor hem geen oplossing. „Persoonlijke veiligheid moet primeren op nationale veiligheid”, stelt hij nadrukkelijk.
De paus meent voorts dat elke [node:field_streamers:0] vorm van opsluiting moet worden voorkomen, ook die van mensen die zonder toestemming instromen. Om de integratie te bevorderen, moeten er regularisatiemogelijkheden worden aangeboden aan migranten die al lang in een land verblijven en die moeilijkheden hebben om een permanent verblijfsstatuut te verkrijgen. De bijdrage van de politieke gemeenschap is daarbij onontbeerlijk, maar ook de Kerk wil zich engageren.
Op donderdag 18 januari organiseert de Bisschoppelijke Commissie voor Migratie Pro Migrantibus een studiedag in Brussel over nieuwe migrantenpastoraal. Mgr. Luc Van Looy houdt er het slotreferaat. „Van oudsher zorgde Pro Migrantibus voor de pastoraal van migranten, zoals Polen en Italianen”, zegt de bisschop. „Dat waren echter missies die door de thuislanden werden aangestuurd. Dat concept is nu losgelaten. We willen migrantenpastoraal integreren in de gewone pastoraal. Buitenlandse priesters die hier werken, doen dat in het kader van het Belgische bisdom, onder de Belgische bisschop. De nieuwe christelijke migranten, die uit het Midden-Oosten en Afrika komen, stellen ons ook voor nieuwe uitdagingen. Zo moeten we kerkruimten zoeken waar zij volgens hun riten kunnen vieren. Op dat vlak zijn wij, meen ik, goed bezig.”
Liever dan van integratie spreekt mgr. Van Looy van inculturatie. „Mensen migreren om weg te zijn uit de ellende”, zegt hij. „In onze stadwijken zien wij hoe mensen uit diverse landen vreedzaam samenleven, maar volledige integratie blijkt moeilijk. Toenadering moet van beide kanten komen. Dat begint met het aanvaarden van ieders specifieke beleving van religie. Dankzij migranten en vluchtelingen vernieuwt de Kerk in Vlaanderen en wordt ze een meer missionaire Kerk. Dat laat zich ook zien in de relatie met islamitische migranten. Omdat we slechts door respect kunnen samenleven, moeten we positiever praten over de moslims onder ons. Ook voor christenen is dat een opdracht.”