Een ongewoon beroep
Robin De Prez (28) stond aan de wieg van Jokri Brakel-Lierde en is al zes jaar de koster van de Sint-Pieter-in-de-Bandenkerk
Kosters, die manusjes-van-alles die elk verborgen hoekje van de kerk kennen en voor wie de sacristie een tweede woonkamer werd, ze worden een zeldzaamheid. Toch bevinden zich nog enkele jongeren in hun rangen, ook in het bisdom Gent. De jongste koster van het bisdom is Lorenz Meulebroek in Dendermonde. De op een na jongste treft u voor zo ver wij weten aan in de sacristie van de Sint-Pieter-in-de-Bandenkerk in Brakel. Robin De Prez telt 28 lentes en trad zes jaar geleden in dienst.
„Na de restauratie van de kerk sloot de parochie zich aan bij de Stichting Open Kerken en ontstond opnieuw de nood aan een betaalde koster”, zegt Robin De Prez. „Ooit had de kerk al eens een koster in dienst, maar die heb ik nooit gekend. Mijn rechtstreekse voorgangers waren vrijwilligers. Door ouderdom vielen ze echter een voor een weg. Zelf was ik op dat moment al actief betrokken bij de parochie, onder andere als misdienaar. Bovendien zocht ik volop naar werk. Zo rolde ik erin.”
Al werd hij misdienaar op zijn twaalfde, als jonge kerel verwachtte Robin De Prez niet meteen dat hij ooit de kost zou verdienen als koster. „Eigenlijk wilde ik opvoeder worden,” zegt hij. „maar die studie maakte ik niet af. Ik vind dit werk echter erg fijn om te doen. Ik kan mijn weekschema behoorlijk vrij invullen. Natuurlijk heb ik een aantal vaste taken. Op maandag ben ik thuis, dus op dinsdagmorgen ruim ik de kerk op. Woensdag is dan weer marktdag in Brakel. Dan komen heel wat mensen een kaarsje branden. Om hun de nodige gebedsstilte te gunnen houd ik me die dag in hoofdzaak bezig met klusjes in de sacristie. Er is altijd wel wat vaatwerk dat een poetsbeurt kan gebruiken.”
Omdat het aantal vrijwilligers dat een handje toesteekt erg beperkt is, poetst de jonge koster zijn [node:field_streamers:0] kerk met een schoonmaakmachine. „Daarmee is de klus in een mum van tijd geklaard”, zegt hij. „Geregeld steek ik ook een handje toe in de parochiezaal vlakbij. Daarnaast assisteer ik de pastoor bij uitvaarten of huwelijken. Ook op zondag dien ik de mis en stuur ik onze jonge misdienaars aan.”
Als koster leerde Robin De Prez de liturgie beter begrijpen. Soms zoekt hij ook wat meer informatie op over de heilige die in de liturgie aan bod komt. Het zijn inzichten die hij op andere domeinen goed kan gebruiken. „Zo stond ik mee aan de wieg van Jokri Brakel, onze plusserswerking”, legt hij uit. „Nog steeds help ik er activiteiten organiseren en verzorg ik onder meer het gebedsmoment. Let op, op mijn beurt leer ik veel bij van onze leden. Jongeren kunnen op een eenvoudige manier zeggen waar het op aankomt. Als volwassenen gaan we het soms te ver zoeken.”
Als vormselcatechist ervaart de jonge gelovige dan weer hoe moeilijk het is om jonge gezinnen warm te maken voor Kerk en geloof. Ook leeftijdsgenoten kijken wel eens raar op wanneer hij over zijn beroep spreekt. „Dat is echter geen reden om erover te zwijgen”, zegt De Prez. „Soms vragen mensen me waarom ik geen priester word, want ik doe toch zoveel voor de kerk. Het concept van de geëngageerde leek lijken velen niet te kennen.”
Hoe kijkt de jonge koster naar de toekomst van zijn stiel? „Ik zou het graag nog een hele tijd blijven doen, al is de toekomst onzeker”, zegt hij. „Door de hervorming van het parochielandschap assisteer ik nu al in diverse andere kerken bij liturgische vieringen.”
En is het karige kosterloon geen probleem? „Momenteel woon ik nog thuis en kom ik rond”, zegt Robin De Prez. „Op termijn moet ik wellicht op zoek naar een tweede job. De combinatie wordt niet evident.”