Tussen lokaal en centraal
Parochiesecretariaten groeien mee met de nieuwe parochie, maar blijven, waar het kan, ook inzetten op lokale verankering
In het concept van de nieuwe parochie staat natuurlijk de pastoraal voorop. Een dynamische geloofsgemeenschap vergt evenwel een gedegen administratieve ondersteuning. Hoe evolueren parochiesecretariaten mee in de groei naar de nieuwe parochie?
Bij de lancering van de nieuwe dekenaten en parochies, twee jaar geleden, nam het bisdom het initiatief om per dekenaat en per nieuwe parochie een centraal e-mailadres van Kerknet te voorzien. In het jaarboek 2018 van het bisdom Gent vind je onder elke nieuwe parochie dan ook slechts de contactgegevens van één secretariaat. Dat betekent echter niet dat de lokale secretariaten van de oude parochies intussen zijn verdwenen.
„Momenteel zijn in de meeste parochies nog lokale contactpunten voorhanden”, zegt Luc Verhasselt, pastoor in Nevele, deel van de parochie in Aalter, Nevele. „Meestal is dat in een lokaal in een parochiecentrum of in of naast de kerk. Op een vaste dag kunnen mensen er gedurende enkele uren terecht om misintenties te laten inboeken of een sacrament aan te vragen. Vraag is wel hoe we die contactpunten in de toekomst organiseren wanneer kerken sluiten.”
In de parochie in Lovendegem, Waarschoot, Zomergem werd de voorbije jaren al een hele weg afgelegd om dat probeem aan te pakken. Wellicht mondt het proces op langere termijn uit in een centraal secretariaat. „Dat ligt althans in de lijn van de verwachtingen”, zegt pastoor-moderator Willy Haers. „We sloegen die weg in omdat de omstandigheden ons ertoe dwongen. In sommige oude parochies waren immers geen lokalen of vrijwilligers meer. Soms was er ook nog nauwelijks behoefte aan een secretariaat.”
Omstandigheden sluiten bewuste keuzes echter allerminst uit. Het centraliseren van je administratie [node:field_streamers:0] kun je bovendien best laten samengaan met lokale verankering. „Momenteel onderscheiden we dan ook drie niveaus in onze secretariaatswerking”, schetst Willy Haers de situatie. „Allereerst heb je het centrale secretariaat in de pastorie in Zomergem. Op werkdagen is het steeds open van 9 tot 11 uur. Diverse medewerkers staan in voor de permanentie. Enkelen van hen vervullen daarnaast nog bijzondere taken, zoals de administratie van het parochieblad of de parochiekas. Ook onze parochieassistente heeft haar bureau in de pastorie. Dat bevordert natuurlijk de communicatie.”
Hoe ziet het tweede niveau eruit? „In Waarschoot en Lovendegem, twee parochiekernen met een zogenoemde ankerkerk, blijft het vooralsnog zinvol en haalbaar om een eigen minisecretariaat in stand te houden”, zegt Willy Haers. „Bij de ene is dat in de pastorie, bij de andere in de sacristie. Zij volgen de administratie van misintenties en parochieregisters op.”
En niveau drie, tot slot? „Dan gaat het over parochiekernen waar geen zondagsliturgie meer is of het aanbod uitdooft”, zegt Haers. „Daar zijn doorgaans nog wel één of enkele contactpersonen aan de slag. Het zijn leden van de plaatselijke contactgroep, bij wie mensen terechtkunnen met concrete vragen.”
Hoe doe je dan stappen naar een goed uitgebouwd centraal secretariaat met lokale filialen? „Bij ons hangt die ontwikkeling samen met de benoeming van de pastoor”, zegt Ann Bekaert, parochieassistente in de parochie in Hamme, Waasmunster. „Zo stemmen we de plekken waarvoor de pastoor-moderator zelf verantwoordelijk is alvast op elkaar af. In Hamme werken we intussen aan de uitbouw van ons centrale secretariaat. Daarvoor hebben we echter nog extra medewerkers nodig.”