Herder tot na je pensioen
De bisschop ontmoet in elk nieuw dekenaat de priesters emeriti
„Pausen en bisschoppen zijn voortdurend op weg naar de mensen.” Zo schrijft mgr. Van Looy in zijn brief hiernaast. Zelf strijkt de bisschop van Gent deze maanden neer in elk van de tien nieuwe dekenaten van zijn bisdom voor een ontmoeting met de gepensioneerde priesters en de priesters die geen benoeming meer hebben in de parochiepastoraal.
„Ik geef uitleg bij onze groei naar de nieuwe parochie”, licht mgr. Van Looy het opzet toe. „Daarbij benadruk ik allereerst dat het huidige beleid niet uit het niets komt gevallen, maar voortvloeit uit dat van mijn voorganger. De nadruk ligt op een missionaire Kerk die vanuit de ontmoeting met Christus Hem bij de mensen wilt brengen. Wat is de rol van de priester daarin, meer bepaald van de priester die met pensioen is?”
Niet enkel de pastoraaltheologische visie achter het project van de nieuwe parochie komt dan ook aan bod. De bisschop stelt bovendien scherp op het benoemingsbeleid. Ook voor de priesters op leeftijd heeft dat beleid immers gevolgen. Zo bepaalt het kerkelijke recht dat een pastoor die 75 wordt zijn ontslag dient aan te bieden bij de bisschop. Toch bestaat in ons land de gewoonte om een priester bij die gelegenheid te vragen de verantwoordelijkheid voor zijn parochie(s) nog wat voort te zetten, zij het dan als parochieadministrator met dezelfde rechten en plichten als een pastoor. Daardoor blijven sommige priesters tot op hoge leeftijd pastorale eindverantwoordelijke.
„In de huidige context is het evenwel wijs dat priesters op leeftijd hun pastorale eindverantwoordelijkheid niet te lang blijven opnemen”, zegt bisschop Luc Van Looy. „Natuurlijk kunnen ze, wanneer hun gezondheid dat toelaat, nog taken opnemen in de parochiepastoraal. Dat doen ze dan echter onder de eindverantwoordelijkheid van en in nauwe samenwerking met de pastoor-moderator of deken. Ondubbelzinnige afspraken zijn daarbij wezenlijk belangrijk.”
De benoeming van een priester op leeftijd die nog een pastorale taak kan en wil vervullen, kan dan diverse vormen aannemen. „Zo kunnen we de benoeming tot parochievicaris voor deze groep priesters herwaarderen”, zegt mgr. Van Looy. „Ook wanneer een priester op leeftijd toch parochieadministrator wordt of blijft, zal hij in de toekomst echter niet meer benoemd worden met dezelfde rechten als een pastoor.”
Eens met pensioen kunnen priesters nog steeds diensten bewijzen. „Allereerst dan in de diaconie en caritas, bijvoorbeeld in woon-zorgcentra”, zegt de bisschop. „Ook daar is de nood immers groot. Maar ook in de parochie kunnen ze hun rijke ervaring ter beschikking stellen. Al blijft een oud-pastoor beter niet wonen op zijn voormalige parochie, toch is het zinvol hem te betrekken in de groei naar de nieuwe parochie. Vaak hoor ik priesters met pensioen erover getuigen hoe ze allereerst door hun gebed een eigensoortige bijdrage leveren aan het proces van groeien naar de nieuwe parochie. Daardoor komen ze op hun oude dag zelfs nog dichter bij de kern van hun roeping.”
Toch moeten parochies zich ervoor hoeden gepensioneerde priesters systematisch te blijven inschakelen. „Zo is het uitdrukkelijk niet de bedoeling dat emeriti de eucharistie voorgaan in bepaalde kerken om die langer open te kunnen houden”, legt mgr. Van Looy uit. „Daardoor wordt de groei naar de nieuwe parochie immers vertraagd. Beter is dat ze samen met de pastoor-moderator of een andere priester concelebreren in de kerken waar het parochiale leven zich in de toekomst zal afspelen. Heel wat emeriti voelen zich bij dat concelebreren echter wel wat onwennig.”
Krijgen de ontmoetingen nog een vervolg? „Niet alle emeriti zijn nog in staat om eraan deel te nemen, maar wie dat wel kunnen, hebben er deugd van om elkaar weer te zien. Omdat we elkaar voor het eerst ontmoetten binnen de nieuwe dekenaten was het voor sommigen zelfs een eerste kennismaking. Eigenlijk zouden we dit dus elk jaar moeten doen”, besluit de bisschop.