Op weg naar de verrijzenis
Al de helft van de gevluchte christenen keerde terug naar de vlakte van Ninive
Zowat de helft van de christenen die in de zomer van 2014 door terreurorganisatie Islamitische Staat (IS) uit de vlakte van Ninive in Irak werden verdwenen, keerde de afgelopen maanden terug. Van oudsher woonden er in de streek rond de stad Mosul in het noorden van het land vele christenen en het is een van kerngebieden van het Assyrische christendom. Qaraqosh was een bij uitstek christelijke stad in Irak.
Tijdens de oorlog die IS voerde om territorium in Irak, verdreef de terreurorganisatie alle niet-soennitische moslims en andersgelovigen uit de streek, pleegden gewelddaden tegen hen en plunderden hun bezittingen. Naar schatting 125.000 christenen verbleven drie jaar lang als ontheemden elders in Irak, vooral in het autonome Koerdische gebied rond de stad Erbil. Nadat het Iraakse leger vorig jaar de streek opnieuw onder zijn controle bracht en IS verjoeg, keerden de christenen massaal terug.
„Niemand had verwacht dat dat zou gebeuren”, vertelt pater Andrzej Halemba, voorzitter van het Nineveh Reconstruction Committee (NRC). „Ik beschouw het als een heus mirakel, want er zijn nog altijd veiligheidsrisico’s. Bovendien liggen nog zoveel dorpen en steden in puin en is de oorlog nooit ver weg. De vrees leeft immers dat er nieuwe groepen islamitische terroristen zich laten gelden. Terugkerende christenen rekenen echt op de goddelijke voorzienigheid. Elke dag ben ik geraakt door de hoop waarvan deze mensen leven.”
De cijfers liegen er niet om: IS stak 3.500 huizen in brand, verwoestte 34 kerken en beschadigde tientallen andere kerkeigendommen zwaar. In totaal moeten 13.000 [node:field_streamers:0] huizen opnieuw worden voorzien van nutsvoorzieningen zoals stroom en leidingwater. Bij de heropbouw werken de Chaldeeuwse Kerk, de Syrisch-katholieke Kerk en de Syrisch-orthodoxe Kerk samen. Het comité tot heropbouw wordt bijgestaan door Kerk in Nood, dat al voor ettelijke miljoenen euro hulp bood.
„De uitdagingen zijn groot,” zegt pater Halema, „maar de grootste behoefte is ongetwijfeld werk. De meeste christenen op de vlakte zijn immers landbouwers. IS stal hun werktuigen en doodde hun veestapels. Vele gezinnen moeten helemaal opnieuw beginnen, willen ze een inkomen en een toekomst in de regio hebben. Even problematisch blijft de veiligheid. De Iraakse regering beloofde respect voor de religieuze minderheden, maar wordt dat ook hard gemaakt in het dagelijkse leven op de vlakte?”
De vlakte van Ninive mag dan wel van oudsher de thuis van christenen zijn, ze is ook etnisch en religieus veelkleurig. Sjiitische clans zijn bijvoorbeeld op zoek naar landbouwgrond en hebben machtige bondgenoten in Bagdad en Iran.
„We mogen ook niet vergeten dat de helft van de gevluchte christenen nog steeds rond Erbil leeft”, zegt pater Halema. „Vooral gezinnen aarzelen terug te keren omdat de onderwijsinrichtingen nog niet zijn hersteld. Ook onderwijs is dus prioritair. Parochiegebouwen, waaronder scholen, waren het centrum van het sociale leven en moeten worden hersteld. Op termijn hebben wij 15 miljoen euro nodig. Deze mensen maakten Goede Vrijdag mee en zijn nu op weg om de verrijzenis te beleven. Christenen wereldwijd moeten samen met hen daarin geloven.”