Van de pest, verlos ons, Heer
Welke epidemieheiligen kunnen we aanroepen in deze tijden van pandemie?
Het coronavirus zet de wereld op zijn kop. Tegelijk moeten we beseffen dat ziektes, pandemieën en gevaren allerhande de mens altijd al bedreigden. Benauwd door dat gevaar, doen mensen een beroep op hogere machten. Wie op de Engelse versie van Wikipedia zoekt naar patron saints of ailments, illness, and dangers, patroonheiligen voor aandoeningen, ziektes en gevaren, krijgt een lijst van maar liefst 152 beschermheiligen te zien, die worden aangeroepen voor alle mogelijke problemen.
Wat de pest betreft, worden tien beschermheiligen opgesomd, al zijn er een pak meer bekend: Agricola van Avignon, Adrianus en Natalia van Nicomedia, Coloman van Stockerau, Deodatus van Nevers, de veertien Noodhelpers, Quirinus van Neuss, Rochus en, jawel, Valentinus. Tot Gertrudis van Nijvel, Godehard van Hildesheim en Hugo van Cluny kunt u zich wenden bij koorts. Theobald van Provins, Winok van Bretagne en Quintinus zijn dan weer aanspreekbaar in geval van een kwalijke hoest.
„Veel van die beschermheiligen worden uiteraard enkel plaatselijk aangeroepen of waren slechts in een bepaalde periode populair”, zegt theoloog Hans Geybels, expert in volksdevotie. „Vandaar dat het er zoveel zijn. Daarnaast heb je ook een aantal grote, alom gekende beschermheiligen. Wat de coronacrisis betreft, denk ik allereerst aan Sint-Rochus, Sint-Sebastiaan en Sint-Antonius Abt. Heel wat van die grote beschermheiligen speelden een belangrijke rol sinds de middeleeuwen vanwege de pest. Al moet je pest daarbij breed opvatten als ‘zeer besmettelijke ziektes’. Later, in de negentiende eeuw, kende hun verering door tuberculose vaak een complete heropleving.”
De oudste van die grote drie is Sint-Sebastiaan, in de derde eeuw het slachtoffer van de christenvervolging onder keizer Diocletianus. „Hij wordt steevast [node:field_streamers:0] uitgebeeld met pijlen in zijn lichaam”, legt Hans Geybels uit. „Omdat ook de pest iemand pijlsnel kon laten sterven – in een week tijd was je dood – ontstond er een verband. Eigenlijk is dat vergelijkbaar met COVID-19 in ernstige gevallen.”
Bekend in onze contreien is de heilige Rochus van Montpellier, die leefde in de veertiende eeuw. „In elk geval is hij de allerbelangrijkste pestheilige”, zegt Geybels. „Hij was immers een pelgrim die pestlijders verzorgde. Hij wordt dan ook steevast voorgesteld met een ontbloot been om een pestbuil te tonen. Wanneer het hele been wordt getoond, spreken we van een onzedige Rochus. De zedige Rochus toont enkel de buil door een gaatje in zijn kledij. Zelf werd Rochus verzorgd door een engel, die naast hem wordt afgebeeld. Zijn populariteit wordt ook verklaard door het feit dat zijn heiligdom lag op de weg naar Compostela. Later werd hij ook ingeschakeld voor rookproblemen.”
Niet opgenomen in de bewuste lijst op Wikipedia is de heilige Corona. Nochtans bestaat ze wel degelijk en wordt ze vereerd samen met haar echtgenoot, de heilige Victor, soms ook als de heilige Stephanie. Het echtpaar zou hebben geleefd in de tweede eeuw na Christus en de marteldood zijn gestorven. Traditioneel wordt de heilige Corona, wier verering begon in de zesde eeuw, onder meer aangeroepen bij geldproblemen, na gokken of schatten jagen. „Door haar naam wordt ze nu echter als vanzelfsprekend in verband gebracht met het coronavirus”, zegt Hans Geybels. „Dat is opnieuw zo’n aloud principe waardoor heiligen een bepaald domein krijgen toegewezen. Zo wordt de heilige Blasius aangeroepen tegen blazen.”
Overigens wachten ons door de coronacrisis nog heel wat financiële uitdagingen en een link met geldproblemen heeft de heilige Corona dus al.