Inlichtingendiensten bespioneerden kardinaal Döpfner decennialang
De voormalige aartsbisschop van München und Freising en voorzitter van de Duitse bisschoppenconferentie, kardinaal Julius Döpfner (1913-1976), werd niet alleen door de Oost-DuitseStasi, maar ook onafgebroken door de West-Duitse inlichtingendienstBNDbespioneerd. De krant Süddeutsche Zeitung baseert zich voor de bewering op het privé-archief van Reinhard Gehlen, een generaal-majoor van de strijdkrachten en de eerste chef van BND, de West-Duitse inlichtingendienst die na WO II werd opgericht.
De veelbelovende aartsbisschop Julius Döpfner werd volgens de krant destijds door het Vaticaan naar Beieren verbannen, omdat hij door zijn felle anticommunistische standpunten verbrand was voor de Ostpolitik van het Vaticaan. Hij was een gezaghebbende bisschop op het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). Ook na zijn verhuis naar München bleef hij bijzonder invloedrijk in de Kerk in Duitsland en wekte de belangstelling van de inlichtingendiensten in zowel Oost- als West-Duitsland.
Volgens het archief werd Döpfner ook door de westerse inlichtingendiensten al gevolgd toen hij nog bisschop was in Berlijn (1957-1961). Al vanaf 1958 kreeg hij verbod om nog naar de DDR te reizen. Bij de BND kreeg hij de codenaam Peter. De Oost-Duitse inlichtingendienst Stasi maakte vanaf 1966 constant vier man vrij om de kardinaal permanent te schaduwen. Maar ook de BND bleef hem op de voet volgen en werd bijzonder kwaad op hem toen hij niet inging op het aanbod om legerbisschop te worden.
Bron: Süddeutsche Zeitung/Kathpress.at