Pasen is het feest van hoop, bevrijding en verlossing
Pasen is het feest van de hoop, van bevrijding en verlossing, onderstreepte kardinaal Jozef De Kesel in de homilie die hij uitsprak zaterdagavond tijdens de paaswake in de Mechelse Sint-Romboutskathedraal en zondagmiddag in de paasmis in de Brusselse Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal. Ook als wij christenen Pasen vieren, dan gedenken we nog steeds, met de joodse geloofsgemeenschap, hoe het allemaal begonnen is, 'toen we nog slaven waren in Egypte'. Pasen komt van het woord 'pascha' en het betekent: doorgang, overgang. Het gaat om de overgang van duisternis naar licht, van haat naar liefde, van onrecht naar menselijkheid, van dood naar leven. Dat is de betekenis van het christelijk paasfeest: dat ook de dood, ook die laatste vijand van de mens, zoals Paulus hem noemt, niet het laatste woord heeft. Dat Christus die dood overwonnen heeft. En dat Hij ons wegroept uit alle kwaad en zonde, uit alle haat en terreur, uit alle tweedracht en verdeeldheid, uit alle banaliteit en onzin.
Vrienden, als we vandaag Pasen vieren, dan is het omdat ook wij bereid zijn de overgang te wagen van duisternis naar licht, van haat naar liefde, van dood naar leven.
Daarom worden nieuwe christenen op Pasen gedoopt. Daarom hernieuwen zij die al gedoopt zijn hun doopbeloften. Om te belijden dat we in God geloven, die de Liefde zelf is. En ons te engageren voor een samenleving waar we in eerbied en respect het leven met elkander delen. Niet elk voor zich, alleen bedacht op eigen voordeel of gewin. Maar samen en solidair, zonder iemand uit te sluiten, vooral hen niet die in nood zijn, op de vlucht, zonder toekomst, zonder uitzicht.
God roept ons om te leven en het leven te delen met elkaar. Want dat zijn we in waarheid: geen rivalen, maar lotgenoten en medeburgers, broers en zusters van elkander, Gods kinderen.