Tieners (online) controleren, is dat écht wat je wil?
Steeds meer apps en technologische snufjes laten toe om kinderen te controlen, zowel hun gedrag online als waar ze zich bevinden. Voor wie zich zorgen maakt over problematisch gedrag, is de verleiding wellicht groot. Maar is dat wel zo’n goed idee? We legden de getuigenissen van twee moeders voor aan experts.
“Léo (12) kan uren verliezen aan TikTok. Hoe zit het met berichten? Grote sterren op wiens verhalen Léo reageert, zullen hem niet antwoorden, maar wat als iemand met slechte bedoelingen hem aanspreekt? Via Google Family Link beperken we de schermtijd, maar ik weet ook graag wat hij doet. Als ik zou merken dat er iets scheelt, zou ik vragen om zijn smartphone in te kijken. Hij weet dat.” (Mama Emily)
„Ouders vatten moeilijk wat hun kind online doet en tieners delen minder dan kinderen”, knikt Karen Linten van Media-Nest, een website over media-
opvoeding. „Technologie om hen te controleren, lijkt dan een ultiem redmiddel.” Het kan echter ook een vals gevoel van veiligheid geven. „De basis van media-opvoeding blijft het gesprek tussen ouder en kind. Dat vervangen die tools nooit”, zegt
Karen. „We vragen ’s avonds hoe het op school was. De vraag hoe het online was, is echter even
logisch. Mensen onderschatten hoe belangrijk internet is in het leven van jongeren. En je hoeft geen expert te zijn om geïnteresseerde vragen te stellen en samen kritisch te reflecteren.”
„Mijn dochter van vijftien heeft een smartphone. Het eerste jaar las ik geregeld mee, nu niet meer, maar dat wil niet zeggen dat ik niet meer bezorgd ben. Ze chat bijvoorbeeld met mensen over de hele wereld en ze gebruikt ook Snapchat. Daar verdwijnen berichten zodra ze bekeken zijn, wat het een ideaal medium maakt om te pesten. Ik hoop dat ze naar me toe komt als er iets misloopt.” (Mama Liesbeth)
„De technologische vooruitgang brak de wereld open, maar heeft ook een schaduwkant”,
erkent Ralf De Wolf, communicatiewetenschapper en hoogleraar aan de Ugent. „Pas nog werd een meisje ontvoerd en vermoord door iemand die ze via Snapchat leerde kennen. Kinderen mediawijs maken, is dus essentieel.”
„Dat gaat stapsgewijs”, zegt Karen Linten. „Met jonge kinderen kan je bijvoorbeeld samen naar TikTok kijken. Hoe reageren ze? Waar schrikken ze van? En ook bij oudere kinderen hoef je geen expert te zijn om geïnteresseerde vragen te stellen en kritisch te
reflecteren.”
„Op de smartphone van Bo staat een app waarmee zij, mijn echtgenoot en ik altijd van elkaar kunnen zien waar we zijn. Ze vond het eerst vervelend, maar ik legde haar uit dat er veel onaangename dingen gebeuren op straat. Nu gebruikt ze de app zelf. Ze vraagt niet meer of papa bijna thuis is, ze kijkt zelf hoe ver hij nog van huis is.” (Mama Liesbeth)
„De tools evolueren snel”, zegt Ralf De Wolf. „Neem nu een app zoals Rookie Driver, die bij de ouder verslag uitbrengt over het rijgedrag van hun kind, of een slim deurslot, dat een melding stuurt naar de ouders wanneer een kind thuiskomt.” Hij wil dergelijk monitoren niet alleen negatief duiden: „Sommigen zetten het misschien vanuit wantrouwen of nieuwsgierigheid in, maar bij de meesten gaat het om pure zorgzaamheid”, zegt hij. „Toestemming van het kind is wel cruciaal, maar ik denk dat heel wat jongeren die ook zouden geven. Toets wat je doet wel aan de normen en waarden van het gezin. Past het bij de ouder die ik wil zijn?”
Kinderpsycholoog Klaar Hammenecker heeft meer twijfels. „Door te controleren geef je mee dat je je kind niet vertrouwt en dat de wereld een gevaarlijke plek is, Twee dingen die je liever niet zegt. Moet de boodschap niet zijn dat je je kind vertrouwt en gelooft dat het ook lastige
ervaringen aankan? Tieners moeten kunnen experimenteren, zoeken en fouten maken om zich te ontwikkelen, zonder een Big Brother die meekijkt. Onzekere kinderen gaan anders sterker aan zichzelf twijfelen, anderen vinden manieren om je om de tuin te leiden. Ik vrees ook dat toestemming van een tiener zelden oprecht is. Ze laten je die app installeren omdat je anders ongerust bent of ze anders niet buiten mogen. En als je wilt dat je kind neen zegt tegen die dealer aan de schoolpoort, dan moet je het eerst thuis de kans geven om neen te leren zeggen. Voor mij past controleren niet binnen opvoeden.”
„Toen wij jong waren, wisten onze ouders vaak niet waar we uithingen. Nu kan ik me dat niet voorstellen. Soms vergeet Léo zijn gsm. Die heeft hij op school niet nodig, maar toch voel ik paniek. Wanneer hij eens alleen thuisblijft, bel ik hem sowieso. We hebben een kleine camera, om de kat te zien wanneer we weg zijn, en hij stelde zelf voor om die aan te zetten, zodat hij niet de hele tijd op zijn smartphone moet letten. Controle geeft stress. Stilaan moet ik loslaten.” (Mama Emily).
„Ouders worden gestimuleerd om hun rol te spelen, ook als ze niet bij hun kind zijn”, zegt Ralf De Wolf. „Bij baby’s krijgen ze al meldingen van de onthaalmoeder over de kwaliteit van de dutjes. Middenin de werkdag word je in je ouderrol getrokken.”
Klaar Hammenecker: „Dat is zo, maar ik wil ouders oproepen dicht bij zichzelf te blijven en dicht bij wat hun kind nodig heeft. Zet die meldingen van Smartschool af, zodat je niet meer meteen weet dat je kind zijn agenda vergat. En volg je kinderen op op een betrokken, aanklampende manier. Dat is iets anders dan controleren.”
Zie ook www.medianest.be