‘We moeten leren dat er in de Kerk verschil mag zijn’
Onwaarschijnlijk gedreven. Dat is het minste wat je over de Franse zuster Nathalie Becquart (54) kan zeggen. Onvermoeibaar voor het ideaal van een bekeerde kerk, weg van het klerikalisme, naar een nieuwe, synodale dynamiek. Als vicesecretaris van de bisschoppensynode is ze de vrouw met de hoogste post in het Vaticaan.
NATHALIE BECQUART
- geboren in Fontainebleau in 1969
- behaalt masterdiploma ondernemerschap aan de handelshogeschool HEC in Parijs
- begint in 1995 aan het postulaat bij La Xavière, een zustercongregatie met wortels in de ignatiaanse spiritualiteit
- van 2012 tot 2018 verantwoordelijk voor jongerenpastoraal in Frankrijk, speelde een belangrijke rol op de synodes voor jongeren en over de Amazone
- in 2021 aangesteld als vicesecretaris van de bisschoppensynode in Rome, waardoor ze de eerste vrouw in het Vaticaan werd met stemrecht
Was je als kind ook al een leiders- figuur?
Het zal wel typisch zijn voor de oudste uit een groot gezin om wat leiderschaps- kwaliteiten te ontwikkelen. Met drie broers en een zus was er thuis altijd wel wat te doen. Ik was bovendien de oudste van 20 kleinkinderen. Oma werd vroeg weduwe — mijn grootvader stierf kort na de geboorte van hun vierde kind — en heeft veel voor haar kleinkinderen gezorgd. Zij is de referentiefiguur van mijn kindertijd. Van haar leerde ik me te bekommeren om de kleinere kinderen.
Ik was ook actief bij de Scouts de France, als lid en in de leiding. En als fervent zeiler leerde ik navigeren en organiseerde ik weekends en allerlei projecten. Dankzij mijn studies aan de handelshogeschool in Parijs leerde ik over management en ondernemen. Ook tijdens mijn hele pastorale leven ben ik me blijven bijscholen, vooral op het gebied van zelfontplooiing en leiderschap, sinds een aantal jaar kan ik een beroep doen op coaching, enz.
Kom je uit een gelovig gezin?
Inderdaad. Daarbij was vooral mijn oma een belangrijk voorbeeld. Ik bewonderde haar vrijwilligerswerk in een gevangenis en haar engagement in de Kerk. Tijdens een retraite in het zesde middelbaar werd het ook mijn persoonlijke keuze om Jezus te volgen. Ik herinner me het moment nog goed. Het was in Manrèse, een bezinningscentrum van de jezuïeten. Tijdens het contemplatief gebed kwamen de woorden van het evangelie plotseling tot leven. Ze leken echt voor mij persoonlijk bestemd. Vanaf toen ben ik dagelijks in de Bijbel beginnen te lezen. Gaandeweg besefte ik hoeveel liefde God me geeft.
Welke weg heb je afgelegd om te komen tot een keuze voor een religieus leven?
Pas op het einde van mijn studies aan de handelshogeschool begon ik me de vraag te stellen wat ik nu eigenlijk met mijn leven wilde. Een vriendin stelde boudweg dat elke christen zich de vraag moet stellen over zijn roeping. Ik had mezelf altijd gezien in een relatie en als moeder, maar zij daagde me uit om mijn perspectief te verbreden. Met een andere vriendin trok ik in het voetspoor van Charles de Foucauld naar de Algerijnse woestijn. Een beklijvende ervaring. Een en ander zette me ertoe aan om een jaar vrijwilligerswerk te gaan doen in Libanon. In de week gaf ik les en in het weekend was ik met weeskinderen bezig. Ik ontdekte er jonge zusters aan wie ik me kon spiegelen. Het religieuze leven werd nu een concrete optie. Mijn geestelijke begeleider, een jezuïet, stelde me voor om een retraite te doen met ignatiaanse oefeningen, om dat te onderzoeken. Tijdens die retraite zag ik in dat Christus volgen niet alleen iets is wat je vanuit een groot enthousiasme doet, maar ook vanuit een bereidheid om je kruis op te nemen en door te zetten.
Wat betekende dat concreet voor jou op dat moment?
Geen unieke relatie met een man, geen gezin, dat is niet niets om op te geven. Maar op dat moment dacht ik meer aan mijn vrijheid. Na dat jaar in Libanon heb ik nog twee jaar gewerkt voor christelijke ngo’s, wat ik heel graag deed. Ook het zeilen vond ik bijzonder moeilijk om op te geven. Pas in augustus 1995 zette ik de stap naar het postulaat bij La Xavière. In april van dat jaar heb ik heel bewust mijn laatste regatta gevaren.
Waarom precies La Xavière?
Voluit heet de congregatie La Xavière, Missionnaris van Christus Jezus. Ze werd gesticht in 1921 door een zekere Claire Monastès. Haar devies was: gepassioneerd door Christus en gepassioneerd door de wereld. Mij trok deze gemeenschap aan vanwege haar ignatiaanse spiritualiteit en open mentaliteit. Ten dienste staan van de Heilige Geest, maar ook zich steeds aanpassen aan nieuwe noden en nieuwe situaties is een intuïtie van onze stichteres. Ik kan me daar helemaal in vinden.
Wat hielp jou om uiteindelijk de sprong te wagen?
Het besef dat je nooit honderd procent zeker kunt zijn van je keuze. Op een bepaald moment moet je het risico gewoon nemen. Het is net zoals met zeilen. Je weet niet wat er onderweg allemaal zal gebeuren, maar je gaat het avontuur aan. Goed voorbereid, niet onbezonnen, maar het blijft een avontuur. En dat is net wat het spannend maakt. Zoveel jaar later kan ik alleen maar zeggen dat ik al heel wat mooie missies heb gekregen. Niet zonder uitdagingen, maar bijzonder rijk.
Als verantwoordelijke voor jongeren- en roepingenpastoraal in Frankrijk bereidde je de jongerensynode van 2018 mee voor. Een belangrijke leerschool?
Toen ik begon als studentenpastor, stelde ik vast dat er niemand naar de pastorale dienst op de universiteit kwam. Ik moest zelf op zoek naar de jongeren, met hen koffie gaan drinken en naar hen luisteren. We hebben het studentenpastoraat aan de universiteit uitgebouwd door studenten medeverantwoordelijkheid te geven. Achteraf bekeken was dat mijn eerste praktijkervaring van synodaliteit. De jongeren leerden me dat participatie voor hen essentieel is. Begeleiding is nodig, maar zonder te bemoederen of beleren. Als je jongeren wil meekrijgen, moet je hen het heft in handen geven. Het is geen toeval dat de Kerk haast overal ter wereld een breuk ervaart met jongeren. Wat jongeren verlangen – en wie niet, eigenlijk? – is een broederlijke kerk, in de lijn van een familie. Jongeren voelen dat des te meer aan, door hun natuurlijke band met Christus, die ook een jongvolwassene was tijdens zijn openbaar leven. Ze hebben dezelfde mindset. Op de jongerensynode beleefden we een Kerk zoals we haar droomden, als een nieuw Pinksteren. Toen al was duidelijk dat Gods genade werkt als je vertrouwen geeft aan mensen.
Na de jongerensynode ging je je in Boston specialiseren in synodaliteit. Wat blijft jou daarvan bij?
Voor mijn onderzoek deed ik 43 diepte-interviews met deelnemers aan de jongerensynode. Hun bevindingen verbond ik met een theologische reflectie, die ik liet becommentariëren door twaalf theologen uit diverse continenten. Alles samen gaf dat een bijzonder boeiend beeld van welke richting we verder uit zouden kunnen. Van daaruit ontwikkelde ik een methodologie die ons vandaag goed van pas komt. Synodaliteit leer je al doende. Je moet ze beleven.
Hoe zie je de synode over synodaliteit evolueren?
Er is veel tegenstand, maar dat is meestal het teken dat er iets groots aan het gebeuren is. We moeten leren dat er verschil mag zijn in de Kerk. Eenheid hoeft geen uniformiteit te zijn. De Geest kan tegenstellingen overstijgen zonder ze uit te vlakken, zodat we toch een gezamenlijke weg kunnen vinden. Makkelijk is het zeker niet, maar je neemt je missie als christen niet op voor de fun. Als we erin slagen om het ‘met stijl oneens’ te zijn met elkaar, dan kan dit een krachtig teken zijn aan de Europese samenleving, die ook sterk gepolariseerd is en vernieuwing nodig heeft.
Zeker in West-Europa verwachten mensen een doorbraak in het kerkelijk denken over lgbti+. Hoe kijk je daar zelf naar?
Onder meer over dat thema lopen de meningen ver uiteen en de gevoelens hoog op. Het is niet de inzet noch het doel van de synode om een doorbraak te forceren. Synodaliteit beoogt consensus door gezamenlijke onderscheiding. Dat vraagt veel geduld en eerbied voor elkaars aanvoelen, iets wat we niet gewoon zijn in onze op snelle resultaten ingestelde samenlevingen. Door goed te luisteren naar elkaar, ook al zijn we het niet eens, zal alvast meer openheid ontstaan voor wat de heilige Geest ons op dit vlak wil zeggen.
Heb je een favoriet Bijbelverhaal of gebed?
Een Bijbeltekst die me altijd opnieuw kan boeien, is het evangelieverhaal van de storm op het meer uit Matteüs 14. Dat is een brontekst voor mij. Ook vandaag – met de synode over synodaliteit – evoceert hij zo treffend wat we doormaken. Je kent de oever die je verlaat – de Kerk van vandaag met haar resten van grootsheidswaan en klerikalisme – maar niet die aan de overkant. Je hoort de roep van Christus, die de Kerk op synodaal pad zendt, zoals het Tweede Vaticaans Concilie uitwees. Nu al voelen we de tegenwind ons tegemoet waaien. Maar Jezus zegt: ‘Wees niet bang. Ik ben bij u.’
De Drie
Zeilen
In haar jeugd was Becquart vaak aan de Bretoense kust te vinden. Ze nam er deel aan heel wat zeilwedstrijden en bekwaamde zich als skipper (navigeren, bemanning instrueren, enz.) Uit die tijd houdt ze een belangrijke levensles over: geen enkele storm duurt eeuwig. Bij het woord ‘verrijzenis’ denkt ze aan de kalme zee na een storm en de zon die door de wolken breekt.
Poëzie
Nathalie Becquart laat zich graag inspireren door poëzie. Ze houdt van hedendaagse dichters als de Frans-Chinese François Cheng en de Zwitserse agnostische mysticus Philippe Jaccottet. Ze schrijft ook zelf poëtische gebeden, vaak geïnspireerd op zeil-symboliek. In 2012 publiceerde ze het boek Cent prières pour traverser la tempête.
Congregatie La Xavière
Meer dan in het Vaticaan is ze thuis bij haar medezusters van de congregatie La Xavière in Parijs, waar je haar haast elke maand enkele dagen kan vinden. De congregatie werd erkend in 1963. Een bijzondere jonge religieuze gemeenschap dus, die intussen een 20-tal stichtingen telt in Europa, Afrika en Amerika, met in totaal 115 leden, onder wie één Belgische uit Doornik (nu in de gemeenschap van Toronto) en één uit West-Vlaanderen die net begonnen is aan haar postulaat.