Woordkracht - Op de achterbank [blog]
Kleine kindjes kunnen vaak overal slapen als ze er echt nood aan hebben. Ook nu ze wat ouder is, valt Mara-Lea af en toe nog in slaap in de auto. Erg gemakkelijk ligt dat nochtans nooit.
Intussen lag Hij aan de achtersteven op het kussen te slapen.
Marcus 4,38 – Twaalfde zondag door het jaar
Deze mijmering deed me met andere ogen naar het Evangelie kijken, waarin het weliswaar gaat over een boot en niet over een auto. Meestal wordt dit verhaal verbonden met de ervaring van een afwezige God. Jezus ligt te slapen op het achterste gedeelte van de boot, terwijl de leerlingen in moeilijkheden zitten en hem hard nodig hebben.
Anders bekeken, zou je nochtans vooral Gods aanwezigheid kunnen zien oplichten in deze tekst. Jezus schrikt er immers niet voor terug om zijn eigen comfort op te geven om op het woelige water van zijn leerlingen mee te varen. Zijn slapen zou je kunnen lezen als een teken van subtiele aanwezigheid en vertrouwen in het kunnen van de leerlingen zelf.
Het meeste kostbare dat ons is toevertrouwd, bevindt zich soms op de achterbank.
Misschien gaat het ook zo met het geloof in ons leven. Angst en zelfbehoud zitten veel vaker op de voorbank dan ons vertrouwen. Zolang we ons nog maar herinneren dat Jezus wel met ons meereist…