Als een burengesprek opeens diepzinnig wordt - Kolet Janssen [column)
Op de Dag van de Buren zitten we samen wat te kletsen. Een buurvrouw vertelt over het wekelijkse Franse conversatiegroepje met een paar vrouwen uit de buurt. ‘Daar kan ik jammer genoeg niet aan meedoen’, zegt de overbuurvrouw uit Zuid-Afrika. ‘Ik ken niet meer dan twee Franse woorden: merci en pardon!’
We lachen erom, tot iemand zegt: ‘Met die twee woorden heb je genoeg om je te redden in het leven!’
‘Zo diepzinnig!’ zegt iemand anders.
‘Het wordt stilaan tijd’, zegt de ouder wordende buurvrouw grinnikend.
Het blijft nazinderen. Is het echt genoeg om dankjewel en sorry te kunnen zeggen in je leven?
Merci. Dankjewel voor alles wat me aan goeds en moois overkomt. Door het uit te spreken, zie je het nog beter en word je er des te gelukkiger om. Ik denk aan dat mooie gebaar dat ik tegenwoordig veel jonge mensen zie maken als uiting van dank: ze leggen met een glimlach de rechterhand op hun borst, op hun hart. Misschien heeft het gebaar een covid-oorsprong, maar het is te veelzeggend om het te laten verdwijnen.
En pardon. Sorry voor alles wat toch weer niet liep zoals ik bedoelde, voor alles waar ik te kort door de bocht ging of te zuur naar de wereld en de mensen om me heen keek. Met sorry stel je de route weer bij, geef je aan dat je beter wil en beter kan. Je vraagt en krijgt een nieuwe kans.
Je komt er inderdaad een heel eind mee, met merci en pardon. In het Frans en in alle andere talen.