Vader van Orval (het bier en de abdij) werd 150 jaar geleden geboren
Karel Van der Cruyssen werd geboren in Gent op 11 juli 1874 als zoon van een 'behangersbaas' of binnenhuisinrichter. Hij droomt van ingenieursstudies, maar moet na het overlijden van zijn vader de zaak overnemen samen met zijn broer. Later zal hij als ondernemer zijn eigen weg gaan en zich toeleggen op de inrichting van tentoonstellingen. Het wordt een succesvolle zaak met honderden werknemers.
Van der Cruyssen ijvert voor een betere politieke vertegenwoordiging van zelfstandigen en kleine ondernemers. Maar het politieke establishment kijkt neer op zijn bescheiden komaf en Vlaamsgezindheid. De Gentse partijbonzen van de katholieke partij weigeren hem een verkiesbare plaats. Hij kiest dan maar de weg van de middenstandsverenigingen. Samen met zijn vrienden sticht Van der Cruyssen in Gent het Katholiek Middenstandsverbond van België en de sociaalculturele vereniging God en Vaderland. Het zijn de eerste middenstandsorganisaties van het land.
Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog meldt Van der Cruyssen zich aan als vrijwilliger, samen met grote groep zonen van ondernemersvrienden. Hij wordt ingelijfd bij de genie, leidt verschillende loopgraafwerken en maakt ook tal van gevechten mee. Op het einde van de oorlog raakt hij zwaargewond. Wanneer hij eind november 1918 in Gent terugkeert, is hij een gedecoreerde oorlogsheld.
Maar het oude leven weer opnemen, zit er niet in voor Van der Cruyssen. De oorlog heeft hem veranderd. Een jaar later reist hij naar Frankrijk om in te treden in de orde van de cisterciënzers van de strikte observantie, de trappisten.
Als reactie op het antiklerikale beleid van de nieuwe Franse regering, zoekt zijn abt een vluchthuis in België. Ze vinden er de ruïnes van de middeleeuwse abdij van Orval en Van der Cruyssen krijgt de opdracht om de abdij te laten herrijzen. Het wordt een grootse investering waarvoor hij al zijn ondernemerszin moet gebruiken om de fondsen bij elkaar te krijgen. Naast de vele bedelrondes bij ondernemers en politieke relaties, start hij begin de jaren 1930 met een brouwerij en kaasmakerij die erg succesvol worden. Aan Henri Vaes, de Vlaamse architect van de nieuwe abdij, vraagt hij om ook het flesje en het glas voor het bier te ontwerpen. Aan het iconische design is een eeuw later nog niets veranderd.
Bronnen: Nieuwsblad - KADOC-KU Leuven (pdf)