‘Vrouwelijk perspectief kan de theologie verrijken’

Chaïma Ahaddour, de enige onderzoekster en docente aan de islamafdeling van de KU Leuven, getuigt in een lijvig interview in Tertio van haar ‘jihad’.
13/11/2018 - 16:24
Chaïma Ahaddour: 'Omdat ik thuis een open religieuze opvoeding heb genoten, belijd ik mijn geloof uit overtuiging, niet vanuit traditie'
Chaïma Ahaddour: 'Omdat ik thuis een open religieuze opvoeding heb genoten, belijd ik mijn geloof uit overtuiging, niet vanuit traditie' © Luc Gordts

Chaïma Ahaddour (30) is de enige vrouwelijke onderzoeker en docent aan de islamafdeling van de Leuvense theologiefaculteit. Haar doctoraatsverhandeling over het levenseinde bij Antwerpse moslima’s was niet alleen academisch, maar ook communicatief een schot in de roos. De binnenlandse pers en de Marokkaanse overheid liepen storm om dat actuele maatschappelijke thema, bovendien bestudeerd door een vrouwelijke moslim, voor het voetlicht te brengen. Chaïma Ahaddour laat zich die onverhoopte aandacht welgevallen, in de eerste plaats omdat ze daardoor het pad effent voor jonge moslima’s voor wie een academische loopbaan een ongekende horizon is.

Moslim zijn in een westerse context

Op de vraag of de gebrekkige scholing van de geestelijke leiders een bedreiging vormt voor de islam, antwoordt Chaïma Ahaddour: Helaas wel. Veel geestelijke leiders zijn importimams uit Marokko of Turkije. Zij spreken de lokale taal niet, waardoor jongeren niet bij hen terechtkunnen. De kloof is ook te groot omdat die geestelijken de leefwereld van de jeugd niet kennen. Bij gebrek aan een leidraad gaan de jongeren dan op het internet antwoorden zoeken. Daar worden ze overspoeld door informatie – de salafistische en wahabistische kanalen zijn geoliede machines – en lopen ze gevaar het verkeerde pad te kiezen. Omdat ze het Arabisch niet machtig zijn, gaan ze voort op dubieuze vertalingen van de Koran of bedenkelijke literatuur. Het islamonderricht focust ook te veel op wat mag en niet mag en op de geschiedenis van de islam: de boeken, de pijlers, de rituelen, de geloofsfundamenten en de ethiek.

Wat het inhoudt moslim te zijn in een westerse context – het islamitische perspectief op thema’s als democratie, mensenrechten, bio-ethiek of homoseksualiteit – komt te weinig ter sprake. Chaïma Ahaddour

Het perspectief van vrouwen

Als vrouwelijke wetenschapper toont ze dat de moslimvrouw haar plaats heeft binnen de academische wereld en de maatschappij. Welke stem wil ze in dat debat laten horen? Chaïma Ahaddour: Conferenties over bijvoorbeeld bio-ethiek – mijn recente onderzoek gaat veeleer die richting uit – zijn in het Westen bastions van mannelijkheid en homogene traditie. Ook binnen de faculteit ben ik de enige gepromoveerde moslima. Dat is in Noord-Afrika en het Midden-Oosten wel anders. Daar is de wetenschappelijke wereld diverser. Het gaat mij niet alleen om het juiste evenwicht; het perspectief van vrouwen kan de theologie ook verrijken.

De vrouwelijke stem binnenbrengen is een vorm van dialoog aangaan binnen de islam. Dat ik als rolmodel word gezien, is een eer en ik neem die opdracht ernstig. Dit is mijn jihad.

Daarom ga ik vaak spreken op scholen met veel etnische minderheden. Ik probeer de kinderen – zeker de meisjes – warm te maken voor hoger onderwijs. Als iemand uit hun milieu het zover schopte, ligt dat spoor ook voor hen open.