Gedrevenheid in plaats van angst – Mark Van de Voorde over het pausbezoek [column]
Tweemaal drie woorden gaf paus Franciscus ons ter overweging. De sleutelwoorden van zijn homilie in het Koning Boudewijnstadion waren: openheid, gemeenschap en getuigenis. De kernwoorden van zijn ontmoeting in de basiliek van Koekelberg waren: evangelisatie, vreugde en barmhartigheid.
Zes woorden die in een nutshell vertellen hoe we een hoopvolle en aantrekkelijke kerk kunnen zijn.
Al dagen tollen die zes woorden in mijn hoofd rond, met daarachter de vraag: waarom slagen we er te weinig in om dit uit te stralen? Anders gezegd, wat mankeert ons om met een open geest naar de wereld te stappen, samen een (h)echte gemeenschap te zijn, zonder kramp te getuigen, zonder gêne te evangeliseren, vreugdevolle mensen te zijn en mild te zijn voor anderen en onszelf?
Bij al dat gepeins schoot mij een uitspraak te binnen van de Oostenrijkse theoloog en socioloog Paul Zulehner: ‘Onze voorgangers moeten ermee ophouden hun goddeloosheid te etaleren.’ Verkeerd begrepen kan deze uitspraak worden misbruikt. Namelijk dat voorgangers die de twijfel van de mens een plaats geven in het geloof, meteen reclame maken voor het ongeloof. Of dat vragen stellen uit den boze is. Zo niet dat elke afwijking van de strikte moraal een teken van ketterij is.
‘Onze voorgangers moeten ermee ophouden hun goddeloosheid te etaleren.’
Paul Zulehner
Niets van dit alles natuurlijk. Zulehner wou zeggen dat voorgangers met verve de christelijke boodschap moeten durven brengen. Durf dus. Lef om te getuigen. Misschien zouden we Zulehners woorden kunnen vertalen als: onze voorgangers moeten ophouden met hun overdreven bescheidenheid te etaleren.
Valse bescheidenheid
Om ons geloof als bevrijdende boodschap ter sprake te brengen in de samenleving en andere mensen tot die waarheid uit te nodigen, moeten we ons verlossen van die (valse) bescheidenheid. In Spreuken (27, 17) staat: ‘Zoals men ijzer scherpt met ijzer, zo scherpt een mens zijn medemens.’ Wat ons dus mankeert om de zes pauselijke woorden kracht van uitvoering te geven is gedrevenheid. Gedreven in plaats van bescheiden.
‘Zoals men ijzer scherpt met ijzer, zo scherpt een mens zijn medemens.’
Spreuken
Wat is gedrevenheid? Volgens Van Dale is gedrevenheid: het ‘door een sterke aandrang gestuurd’ zijn, ‘het door een geestelijke of hogere macht gedreven, aangezet worden’. Iets/Iemand zet aan en zendt op weg. Gedrevenheid is beweging naar binnen en naar buiten. Maar je kunt niet uitrijden, als de motor stilvalt.
Het volstaat niet om empathie en aandacht te hebben, om zachtmoedig en vol begrip te zijn, je moet ook blijk geven van eigen geloof en overtuiging om ernstig genomen te worden. Hoeveel tijd steken we in ons eigen geloofsleven?
Gedrevenheid en overgave
Gedrevenheid is bijgevolg ook de roeping van de overgave. Overgave is geen passieve onderwerping maar een actief opnemen van de taak waartoe we ons geroepen voelen: op de plaats waar we ons bevinden, in de samenleving zoals die is, in volle verantwoordelijkheid van onze hele persoon. De gedreven slaat nooit op de vlucht, ook niet als de omstandigheden niet gunstig zijn. Hij gaat niet elders – waar het makkelijker is – op zoek naar 'genade' voor zijn eigen ziel. Overgave aan de roeping houdt standvastigheid in.
Een ander woord voor gedrevenheid is enthousiasme (letterlijk: bezield door de Geest). Het eigene van het enthousiasme is dat het enthousiasme van de ene mens enthousiasme bij de andere mens wekt. Oorzaak (enthousiasme) wordt resultaat (enthousiasme). Bezieling wekt bezieling. Voorwaarde: je moet overtuigd zijn. Je kunt een ander niet overtuigen, als je niet zelf overtuigd bent en overtuigend spreekt.
Een ander woord voor gedrevenheid is enthousiasme (letterlijk: bezield door de Geest).
In de managementliteratuur heeft men het vaak over: missie, visie en strategie. Toch slagen veel ondernemers met een duidelijke missie, een scherpe visie en een uitgekiende strategie niet. Vaak omdat het hun ontbreekt aan innerlijke gedrevenheid (een vergeten waarde in de managementliteratuur). Vertaald naar de kerk betekent dit: ook de beste pastorale doelstellingen, visies en initiatieven zijn tot mislukken gedoemd, als de pastorale verantwoordelijken niet ‘geloven’ in hun zaak.
Succes en angst
Succes wordt niet alleen bepaald door ‘hoe’ men bezig is, maar ook door ‘waarom’ men iets doet. Waarom? Omdat men gedreven is. Gedrevenheid is de basis van elke succesvolle organisatie. Misschien is dat hét probleem van kerk en christendom: we geloven niet positief genoeg in ons ‘product’.
Gedreven mensen zijn niet hun eigen angsten kwijt. Integendeel, ze zijn zich zelfs meer bewust van hun angsten en van dé angst als onlosmakelijk aspect van de menselijke existentie. Ze drijven steeds tegen de grenzen aan van hun durf en worden daardoor gebracht naar daden die ze zonder die gedrevenheid niet zouden stellen. Gedrevenheid is overwinning van de angst.
Die existentiële ervaring van angst is een voordeel om in gesprek te gaan over de vele angsten van de mensen. Paulus vond in het verrijzenisgeloof de moed om zich zelfs te roemen op zijn angsten.
Ik zal geloven in hun godsdienst de dag dat zij het smoel hebben van een verrezene.
Jean-Paul Sartre
Jean-Paul Sartre zei ooit over christenen: Je croirai à leur religion le jour où ils auront une gueule de ressuscité (Ik zal geloven in hun godsdienst de dag dat zij het smoel hebben van een verrezene). Dat is onze opdracht. En dan zullen de zes woorden van de paus daden worden.