10 jaar strijd tegen kinderarmoede en nog geen stap vooruit

Volgens Welzijnszorg ontbreekt het Vlaamse en nationale politici aan belangstelling en moed voor een coherent en toekomstgericht armoedebeleid.
18/12/2018 - 14:49

Welzijnszorg, de grootste armoede-organisatie in Vlaanderen,  maakt ter gelegenheid van haar adventscampagne 2018 een kritische balans op van tien jaar armoedebeleid. In die periode werd nauwelijks een betekenisvolle vooruitgang geboekt. Kinderarmoede is blijkbaar geen prioriteit voor beleidmakers. Als het echt aankomt op maatregelen die kinderarmoede terugdringen, gebeurt dat niet. Bij de kinderbijslag is er even grote steun voor elk kind. Armoede-organisaties vragen een verhoging van de sociale toeslag voor de zwaksten. Het nieuwe systeem voor de kinderbijslag doet de armoede bij kinderen met nauwelijks 1 procent dalen. Maar het kan beter en efficiënter, zegt beleidsmedewerker Annabel CardoenGezinnen moeten versterkt worden. Kinderarmoede staat niet los van gezinsarmoede. Cardoen wijst op de gevolgen van slechte huisvesting, het gebrek aan gezondheidszorg, een beperkt inkomen of werkloosheid van een of beide ouders en de impact van de sociale achtergrond op de omstandigheden waarin kinderen opgroeien. 

Annebel Cardoen: Kinderarmoede staat niet los van gezinsarmoede.
Annebel Cardoen: Kinderarmoede staat niet los van gezinsarmoede. © Philippe Keulemans

Maximumfactuur

Welzijnszorg vraagt ook in haar campagne 2018 opnieuw aandacht voor de betaalbaarheid van het onderwijs. In het secundair onderwijs is nog steeds geen maximumfactuur ingevoerd. De overheid moet scholen dwingen om die in te voeren. Kostenbeheersing blijft momenteel nog te veel afhankelijk van goede wil van scholen en de mate dat de onderwijsinspectie daarop aandringt. Scholen en leerkrachten moeten zich afvragen of alle boeken noodzakelijk zijn om op de uitgaven te besparen. Bij het aankopen van schoolboeken wordt steeds vaker samengewerkt met leveranciers. Scholen moeten er dan op toezien dat er mogelijkheden zijn zodat kwetsbare gezinnen hun aankopen in schijven kunnen afbetalen. De plaatselijke overheid moet haar rol spelen door een tussenkomst in het busvervoer en de kosten voor schooluitstappen, die educatief van groot belang zijn. Er kan ook samengewerkt worden met sport- en cultuurverenigingen, om de kosten te drukken.

Helen Blow: Onderwijs is essentieel om gelijke kansen te geven.
Helen Blow: Onderwijs is essentieel om gelijke kansen te geven. © Philippe Keulemans

Gelijke kansen in het onderwijs

Stafmedewerker Annabel Cardoen, verantwoordelijk voor het politieke beleid, en communicatieverantwoordelijke Helen Blow pleiten voor concrete maatregelen en begeleiding om de impact van armoede op school in te perken. Zij stellen hun hoop op het onderwijs als motor van verandering. Leerkrachten spelen een belangrijke rol. Zij kunnen echt een verschil maken. Welzijnszorg vraagt dat toekomstige leerkrachten tijdens hun lerarenopleiding worden opgeleid om les te geven aan sociaal diverse groepen.

Onderwijs is essentieel om kinderen uit kwetsbare groepen gelijke kansen te geven. 

Welzijnszorg bepleit ook meer steun voor eenoudergezinnen. Volgens het jaarlijkse armoederapport van Caritas Europa is dat een van de groepen die het sterkst door armoede wordt bedreigd.

Helen Blow en Annabel Cardoen
Helen Blow en Annabel Cardoen © Philippe Keulemans

Nood aan structurele ingrepen

Individuele maatregelen zijn nodig, maar het mag geen symptoombestrijding blijven. Zij brengen op lange termijn weinig zoden aan de dijk. Er zijn maatregelen nodig die het gezin helpen en zo de levensomstandigheden van kinderen verbeteren. Het inkomen van gezinnen moet omhoog, onder meer door het optrekken van de uitkeringen tot boven de Europese armoedegrens. Wij denken ook aan gerichte maatregelen op het vlak van gezondheid en huisvesting. België heeft overigens een achterstand goed te maken op het vlak van de huisvesting, in vergelijking met andere EU-landen. Er zijn te weinig sociale woningen. De kwaliteit van betaalbare woningen (onder meer door vocht) laat te wensen over. Juist in het laagste segment van de markt, met woningen met een betaalbare huur, zijn de prijzen het sterkst gestegen. Die woningen zijn vaak te klein, terwijl een kind juist ruimte nodig heeft voor zijn ontwikkeling en om te kunnen studeren. Kansarme gezinnen wonen vaak in woningen in slechte staat, die nog betaalbaar zijn. Maar die woningen zijn slecht geïsoleerd, met een hoge energiefactuur als gevolg. Kansarmen melden zelden de schrijnende gebreken aan huurwoningen omdat ze niet opnieuw op zoek willen gaan naar een betaalbare woning. Er bestaat ook angst om de kinderen te verliezen, omdat zij in slechte woonomstandigheden moeten opgroeien.