100 jaar geleden stierf Puccini in Brussel: ontdek drie religieuze werken
Giacomo Puccini (1858-1924) was voorbestemd om maestro di cappella te worden in de San Martinokathedraal van zijn geboorteplek Lucca. Zo was het al vier generaties gegaan, van vader op zoon. Helaas stierf vader Puccini toen Giacomo amper zes was, en daarmee werd de traditie doorbroken. Bovendien vond Puccini zijn roeping elders, bij opera. La Bohème, Tosca, Madama Butterfly: het zijn slechts drie van zijn opera's die nog altijd tot het standaardrepertoire behoren. Voor de rest biedt zijn oeuvre enkele kleinere orkestwerken, liederen en wat kamermuziek. Een handvol religieuze composities ook, met voorop de Messa di Gloria.
Een mis als eindexamen
Puccini's meest bekende religieuze werk is de Messa di Gloria, voor tenor, bariton, koor en orkest. Het is ook zijn meest uitgebreide, met een Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Benedictus en Agnus Dei. Puccini voltooide het als 22-jarige, als afstudeerproject aan de Pacini-muziekacademie in Lucca en als visitekaartje bij de start van zijn studies aan het conservatorium van Milaan. De eerste uitvoering van de Messa di Gloria vond plaats in Lucca in 1880, daarna pas weer in 1952.
Een ééndelig Requiem
Wist je dat Puccini ook een Requiem schreef? Geen compleet, meerdelig requiem zoals veel illustere voorgangers en tijdgenoten afleverden, maar een ééndelig werk van vijf minuten op de eerste verzen van de Latijnse tekst: Requiem aeternam dona eis Domine / Et lux perpetua luceat eis / Requiescat in pace / Amen. Gecomponeerd in 1905, voor koor, solo altviool en harmonium of orgel. De opdracht kwam van zijn uitgever, om de vierde verjaardag van de dood van Giuseppe Verdi te herdenken, die andere Italiaanse operagigant. Het werd ook meermaals uitgevoerd ter gelegenheid van Puccini's eigen overlijden.
Salve Regina
Uit 1882, twee jaar na de Messa di Gloria, dateert een kort maar krachtig Salve Regina, voor sopraan en orgel. Luister hieronder naar Joyce DiDonato in een bewerking voor mezzosopraan en orkest.