Onroerend Erfgoed investeert in behoud van Lierse begijnhof
Onroerend Erfgoedheeft een premie van 12.925.376,80 euro toegekend voor de restauratie van het begijnhof van Lier. 45 woningen en het openbare domein worden gerestaureerd. Een van de woningen krijgt een museale functie met een lokaal voor de bewonersvereniging d’Amandelboon. De andere gebouwen behouden hun woonfunctie. In de kapel en het convent komen tentoonstellingsruimtes en een ruimte voor verenigingen die een binding hebben met het begijnhof.
De begijnhoven in ons land zijn door Unesco erkend als Werelderfgoed.
Het begijnhof van Lier is sinds 1966 beschermd als monument én als landschap omwille van de artistieke en esthetische waarde. Het is samen met het stadhuis, het belfort en de Sint-Gummaruskerk een van de belangrijkste monumenten van de stad Lier. Het weerspiegelt de religieuze, politieke, sociale en economische evolutie van Lier en is getuige van de ontwikkeling van de stad.
Het begijnhof ontstond waarschijnlijk in de eerste helft van de 13de eeuw. Een aantal ongehuwde vrouwen en weduwen gingen spontaan buiten de eerste omwalling samenwonen. Er was zelfbestuur onder leiding van een grootjuffrouw. In 1258 kregen de begijnen de toelating om over een eigen kerk en pastoor te beschikken. Het is een typisch 13de-eeuws stratenbegijnhof met 11 straten en 162 huisjes. Centraal gelegen vind je de Sint-Margaritakerk (17de-18de eeuw). Het begijnhof van Lier heeft ook een Kalvarieberg, een convent en een infirmerie, die later meisjesweeshuis werd. Het laatste Lierse begijntje stierf in 1994.
Bron: Onroerend Erfgoed