Wat zegt de Bijbel over cadeaus geven? 6 tips
#1 Geef betekenisvolle geschenken
Het kindje Jezus en zijn ouders krijgen dure kraamcadeaus van de wijzen uit het Oosten. Zo staat er bij Matteüs 2, 11:
Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neer vallend betuigden zij het hun hulde. Zij haalden hun schatten tevoorschijn en boden het geschenken aan: goud, wierook en mirre.
Hadden de wijzen niet beter luiers, rompertjes of hydrofiele doeken meegebracht? Er zit natuurlijk een diepe betekenis in de keuze voor die cadeaus. Goud staat voor rijkdom, wierook voor aanbidding, mirre voor lijden. Mirre is een zalf afkomstig van hars en duikt nog eens op helemaal op het einde van het evangelie, namelijk wanneer Jezus’ lichaam ermee wordt gebalsemd vooraleer het in het graf wordt gelegd.
#2 Verdeel de cadeaus eerlijk
Israël (de tweede naam van aartsvader Jakob) geeft Jozef een prachtig bovenkleed cadeau. Maar het blijkt een vergiftigd geschenk. Zo lezen we in Genesis 37,3:
Israël hield meer van Jozef dan van al zijn andere zonen, omdat hij hem nog op zijn oude dag had gekregen. Hij had voor hem een prachtig kleed laten maken.
Een verstandig cadeau is dat niet: Jozefs broers krijgen een nog grotere hekel aan hem. Ze verkopen hem zelfs aan slavenhandelaars! Gulheid is goed, maar trek niemand voor, anders eindigt het feest in tranen.
#3 Vergeet de schoonfamilie niet
Altijd een goed idee: de (beoogde) schoonouders van cadeautjes voorzien.
Hij haalde zilveren en gouden sieraden en gewaden tevoorschijn en gaf ze aan Rebekka; ook aan haar broer en haar moeder overhandigde hij kostbare geschenken. (Genesis 24,53)
Abraham geeft zijn dienaar prachtige relatiegeschenken mee op zijn zoektocht naar een geschikte bruid voor zijn zoon Isaak. Bij de gouden en zilveren sieraden zit een gouden neusring, die de dienaar bovenhaalt wanneer hij Rebekka ontmoet en prompt aan haar bevestigt. De familie is meteen in de wolken, en nog meer als ze de andere geschenken zien die Abraham heeft meegegeven.
#4 Klein maar waardevol
Na al die dure cadeaus zou je kunnen denken dat je rijk moet zijn om een mooi cadeau te geven. Maar nee: steeds als mensen hun kleine bezit delen, gebeurt er iets wonderbaarlijks. Vijf gerstebroden en twee vissen voeden een grote menigte. En een arme weduwe die maar twee muntjes kan geven wordt door Jezus tot voorbeeld gesteld voor vele rijken.
Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek toe, hoe het volk koperstukken daarin wierp, terwijl menige rijke er veel in liet vallen. Er kwam ook een arme weduwe, die er twee penningen, ter waarde van een cent in wierp. Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en sprak: ‘Voorwaar, Ik zeg u: die arme weduwe heeft het meest geofferd van allen die iets in de offerkist wierpen; allen wierpen ze er iets in van hun overvloed, maar zij offerde van haar armoe al wat ze bezat, alles waar ze van leven moest.’
#5 Gods verlanglijstje
Wij hebben vaak verlanglijstjes voor feest- en verjaardagen. Zou God ook een wensenlijst hebben? In Jesaja (58,6-7) staat een ‘verlanglijstje’ van God, eentje dat ons ook nu nog veel te zeggen heeft:
- boosaardige boeien slaken
- de strengen van het juk losmaken
- de geknechte de vrijheid hergeven
- alle jukken doorbreken
- uw brood delen met wie honger heeft
- arme zwervers opnemen in uw huis
- een naakte kleden die gij ziet
- u niet onttrekken aan de zorg voor uw broeder
2025 is een jubeljaar. Dat is sinds het Oude Testament een tijd van genade, waarin rechtgezet wordt wat scheef gegroeid is. Je kan in het verlanglijstje van Jesaja de werken van barmhartigheid herkennen. Het kan dienen als afvinklijstje voor het Jubeljaar 2025.
#6 God, de gulle Gever van geschenken
God geeft ook zelf prachtige geschenken, om te beginnen het leven zelf! Maar de ultieme gave is natuurlijk die van de liefde. Het hooglied van de liefde in de Eerste Brief van Paulus aan de Korintiërs (hoofdstuk 13) is een van de mooiste teksten uit de hele Bijbel.
Al heb ik de gave der profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, al heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet: als ik de liefde niet heb, ben ik niets.
Geïnspireerd op een artikel van het Nederlands Bijbelgenootschap.