In een sleur van ongenade / slepen wij ons voort ten kwade – Lieve Wouters [standpunt]
Een kerklied op zondag kan de actualiteit soms zo treffend samenvatten. In Oud het leven dat wij leiden dicht Huub Oosterhuis: ‘In een sleur van ongenade / slepen wij ons voort ten kwade.’ Daarmee vat hij precies het levensgevoel van vandaag. Iedereen beseft dat de wapenwedloop waar heel de wereld in verwikkeld is, alleen maar kan uitlopen in onnoemelijk leed. Of in – ooit weer – een heel moeizame afbouw van wat er allemaal opgestapeld is aan ‘afschrikking’. For the record:paus Franciscus waarschuwt al sinds 2014 over een al aan de gang zijnde ‘Derde Wereldoorlog in stukjes’.
Leren we dan niets van het verleden?
Leren we dan niets van het verleden? Het is de verzuchting van ieder die wat historisch besef heeft en een kwijnend geloof dat het ook anders kan. Kwijnend, ja. Want je kunt het Oekraïne toch niet kwalijk nemen dat het zich wil verdedigen tegen een ongeoorloofde inval van soeverein land, de kidnapping van kinderen om ze ‘her op te voeden’ en het afslachten van hele dorpen? Is er een alternatief denkbaar, met veel creativiteit, om deze waanzin te stoppen? Helaas heeft diplomatie tot nu toe niet veel succes gehad. Misschien is er te weinig in geïnvesteerd, maar ook de inspanningen vanuit het Vaticaan om de gekidnapte kinderen terug te halen, botsten op een Russisch njet en bleven vruchteloos.
Terwijl op het grote toneel de fatale geweldcyclus van de geschiedenis zich opbouwt, is het niet onmogelijk om op microniveau de vredesvlam brandend te houden.
Hoe kunnen we in deze veertigdagentijd in Jezus’ voetsporen naar deze oorlog kijken? De bisschoppen van de Europese Unie (COMECE) blijven alvast pal achter Oekraïne staan en roepen op tot een onderhandelde vrede met toegevingen van beide kanten en respect voor het internationaal recht. Zonder het uit te spreken, betekent die positie dat de wapens niet zwijgen alvorens Rusland de agressie stopt. En dus dat er bewapend moet worden, eerst en vooral door de Europese Unie.
Waakvlam Mar Moussa
Lees ook
Terwijl op het grote toneel de fatale geweldcyclus van de geschiedenis zich opbouwt, is het niet onmogelijk om op microniveau de vredesvlam brandend te houden. En dat wordt op grootse wijze gedaan door een kleine christelijke abdijgemeenschap in Syrië. Na de val van de vreselijke dictator Assad kent het land eindelijk vrijheid, maar die werd afgelopen weekend nog bruut verstoord. Uitlokking door Assad-getrouwen was voldoende om een mensonterende wraakactie op onschuldige alawieten in gang te zetten.
Dat weerhoudt de monniken en monialen in het klooster van Mar Moussa, ooit opgericht door de Italiaanse jezuïet Paolo Dall’Oglio in de Syrische woestijn, er niet van om te blijven geloven in en werken aan broederlijkheid. Te gast in Antwerpen beschrijft zuster Deema die opdracht als een pad van lijden, maar tegelijk de enige weg. ‘Het is een verweer tegen isolement en angst in een wereld die aanvoelt als een absurd theater. De centrale vraag is hoe wij onze menselijkheid kunnen blijven beleven.’
Dat is de weg die Jezus ging, een weg van lijden, maar tegelijk de enige weg naar bevrijding van de eeuwige spiraal van geweld. De vraag is nu hoe ver ik, hier en vandaag, die weg kan gaan door vastberaden te kiezen voor wat mij en mijn naaste – dichtbij en veraf – verbindt. Die keuze zou weleens prangend kunnen worden. ‘Waak en bid dat je niet op de bekoring ingaat’, droeg Jezus zijn leerlingen op in de Hof van Olijven.