Paus schrapt pauselijk geheim inzake seksueel misbruik

Geestelijken die seksueel geweld plegen of minderjarigen misbruiken, kunnen zich niet langer verschuilen achter het pauselijke geheim. In de vandaag gepubliceerde instructie Sulla riservatezza delle cause (Over de vertrouwelijkheid van procedures) staat dat het pauselijke geheim niet geldt in gevallen van misbruik van kinderen en kwetsbare volwassenen door rooms-katholieke geestelijken. Onderzoeken en bestaande rapportagevereisten van de overheid mogen niet worden belemmerd. De persoon die een verdenking meldt noch het vermeende slachtoffer en eventuele getuigen zijn gebonden aan vertrouwelijkheid. De nieuwe instructie wordt onmiddellijk van kracht.

Volgens kerkjuristen moet de instructie  de aanzet geven tot een houding van vertrouwen en een gezonde samenwerking met de civielrechterlijke autoriteiten.

Kerkjuristen benadrukken  dat de bepaling geen gevolgen heeft voor het biechtgeheim.  Het pauselijke geheim verwijst naar strikte geheimhoudingsnormen voor bepaalde juridische en administratieve processen in de katholieke Kerk. Die geheimhouding diende tijdens de onderzoeksfase om de goede naam van alle betrokken mensen te beschermen: eerst en vooral de slachtoffers zelf, maar ook voor de beschuldigde geestelijken die recht hebben op een vermoeden van onschuld. Het verbreken ervan werd automatisch bestraft met excommunicatie, ook voor diegenen die misbruik door een geestelijke meldden en voor getuigen in een kerkelijk proces. Dat werd door critici in het verleden vaak beschreven als een belangrijke oorzaak van het verbergen of onvoldoende behandelen van gevallen van misbruik.

Charles J. Scicluna, voormalig promotor van justitie, benadrukte al in 2010 dat die geheimhouding nooit de bedoeling heeft gehad om seksueel misbruik in de doofpot te stoppen.

Kinderpornografie

De katholieke Kerk heeft vandaag ook haar strafwetgeving tegen kinderpornografie aangescherpt. In een tweede decreet staat namelijk dat het verwerven, bezitten of verspreiden van pornografisch materiaal van minderjarigen onder de 18 jaar binnen het kerkelijke recht als delictagraviora gelden, de ernstigste misdaden tegen het geloof. Tegelijkertijd versterkt het Vaticaan de rol van niet-geestelijken in gevallen van kerkelijk misbruik. Volgens de nieuwe verordening, die op 1 januari 2020 van kracht wordt, kunnen ook lekengelovigen worden benoemd als advocaat en officier van justitie. Voorwaarde is dat zij gepromoveerd zijn op het kerkelijke recht en bevestigd worden door de rechter die voorzitter is van de rechtbank. Alle andere betrokken partijen bij deze procedures zijn ook in de toekomst nog altijd priester.

Bron: Crux/Kathpress.at