Studie over buitengewone ritus levert verrassende resultaten op
Een recente studie over de toepassiong van de Latijnse ritus in de rooms-katholieke Kerk levert alvast enkele verrassende resultaten op, al moet meteen erbij vermeld worden dat er onduidelijkheid over de mate van representativiteit van de resultaten. De studie maakt duidelijk dat jongeren en gezinnen oververtegenwoordigd zijn in de eucharistievieringen volgens de buitengewone vorm van de Romeinse ritus. Bij de aanwezigen is er ook een groter evenwicht van mannen en vrouwen, terwijl de 'gewone' kerkdiensten zoals algemeen bekend door significant meer vrouwen dan mannen worden bijgewoond.
De resultaten van de studie, in opdracht van de Foederatio Internationalis Una Voce (FIUV, Internationale Vereniging Una Voce), zijn gebaseerd op de gegevens van 362 bisdommen in 52 landen. De bevindingen zijn gepubliceerd in het januarinummer van het Angelsaksische tijdschrift Homiletic and Pastoral Review.
De studie slaat op de periode sinds de publicatie van het Motu proprio Summorum Pontificum van paus Benedictus XVI van 7 juli 2007. Sindsdien bestaat de Romeinse Ritus uit twee vormen: de gewone (de liturgie zoals die gestalte kreeg na het Tweede Vaticaanse Concilie) en de buitengewone vorm: de door paus Johannes XXIII opgedragen vernieuwing van de zogenoemde Tridentijnse ritus (genoemd naar het Concilie van Trente of Tridentinum), met als voornaamste rituale het door paus Pius V gepromulgeerde Missale Romanum uit 1570. Benedictus' motu proprio was een opening naar de aanhangers van de traditionalistische en schismatieke Sint-Pius X Priesterbroederschap met het oog op hun re-integratie in de rooms-katholieke Kerk.
Bron: Radio Vaticaan
