Afstammelingen van slaven ontgoocheld in beloftes jezuïeten

Vorig jaar beloofden de jezuïeten in Amerika 100 miljoen US dollar als compensatie aan de afstammelingen van 272 slaven die in 1838 door de jezuïeten van Georgetown University werden verkocht aan plantage-eigenaren in Louisiana. Dankzij die verkoop kon de orde destijds de schulden van de instelling afbetalen.

Van het beloofde bedrag is alleen nog maar de 15.000 dollar van de initiële investering voorhanden. Joseph Stewart, zelf een nakomeling van een van de verkochte slaven, betreurt het gebrek aan vooruitgang in een open brief aan de Amerikaanse overste van de jezuïeten. Dat wekt op zijn minst de indruk dat er aan de kwestie maar weinig belang wordt gehecht, vindt hij: De jezuïeten zijn er niet in zijn geslaagd om hun kant van het partnerschap te verdedigen met de urgentie die de omstandigheden vereisen.

Daardoor worden de goede relaties tussen de Jezuïetenprovincie van de VS en Canada en de organisatie van nakomelingen in het gedrang gebracht. Onze voorouders worden nog eens een tweede keer verraden, klinkt het hard. De indruk bestaat dat de jezuïeten de verzoening nog eens 200 jaar willen uitstellen, terwijl de roep om herstel van de nakomelingen enkele luider en sterker zal worden.

Timothy P. Kesicki, voormalig voorzitter van de jezuïetenconferentie en nu voorzitter van het herstelfonds, zei in een interview dat hij hun frustraties begreep. Ik hoopte meer vooruitgang te hebben geboekt, zei hij, eraan toevoegend dat hij hoopte dat de jezuïeten al een derde van de 100 miljoen dollar hadden opgehaald die voor de trust was beloofd. Hij wijst op een aantal uitdagingen, waaronder de organisatiestructuur van de orde, die de goedkeuring van meerdere mensen vereist voor belangrijke beslissingen, en de complexiteit van grondtransacties.

Bron: AP/Il Sismografo/The New York Times