Onrust in Pakistan door aanscherpen blasfemiewet

Christenen in Pakistan reageren erg ongerust op de beslissing van het Pakistaanse parlement om de straffen voor de belediging van de profeet Mohammed en zijn verwanten nog te verstrengen. De straffen kunnen nu oplopen tot 10 jaar gevangenisstraf en een boete tot 4.100 euro. Wie de profeet beledigt, riskeert nog altijd de doodstraf. 

Mensenrechtenorganisaties hebben eerder al de aandacht gevestigd op het misbruik van dit soort wetten om onderlinge rekeningen te vereffen - zelfs bij ruzies met christenen over triviale zaken - en als rechtvaardiging voor haat en discriminatie tegen niet-moslims. De wetswijziging kwam er onder impuls van de Jamaat-e-Islamipartij. Zij werd op 17 januari unaniem door het parlement goedgekeurd. 

Mensenrechten- en minderheidsgroepen in Pakistan eisen al jaren de intrekking van de wetten.

Volgens Peter Jacob, het hoofd van het Katholieke Centrum voor Sociale Rechtvaardigheid in Lahore, kregen christenen geen kans om hun stem te laten horen en werden hun bezwaren straal genegeerd. Mensenrechtenadvocaat Nadeem Anthony wijst naar de soennitische meerderheid in het land. Volgens haar is de wet gericht tegen sjiieten en ahmadi's, twee religieuze minderheden die in Pakistan als niet-moslims worden beschouwd. Soennitische hardliners roepen op tot de arrestatie van sjiitische moslims tijdens de jaarlijkse sjiitische Muharram-processies wegens belediging van de metgezellen van de profeet. Met de processies herdenken de sjiieten het bloedbad in de Slag bij Karbala in 680 waarbij Imam Hussein, de kleinzoon van de profeet Mohammed, werd onthoofd. 

Christian Solidarity Worldwide (CSW) betreurt dat de angst onder de religieuze minderheden nog wordt versterkt. Bovendien is bewezen dat deze wetten het geweld van de meerderheid tegen religieuze minderheden in de hand werken, met vorig jaar nog massale vernielingen en brandstichting in een christelijke wijk. De Pakistaanse godslasteringwetten stellen iedereen strafbaar die de islam beledigt, ook door 'religieuze gevoelens te uiten'. Daarop staat de doodstraf of levenslange gevangenisstraf, terwijl de gevraagde bewijslast erg gering is waardoor misbruik in de hand wordt gewerkt.

Bron: CSJP/CSW/Ucan