Kerkleiders veroordelen aanval op christelijke wijk in Jeruzalem

Het ongenoegen van de kerkleiders in Jeruzalem is erg groot na een nieuw incident. Daarbij hebben joodse extremisten een Armeens en nog andere restaurants in de christelijke wijk aangevallen en bezoekers lastiggevallen. Zij waarschuwen de Israëlische overheid ervoor dat zij niet mag toelaten dat Jeruzalem wordt gegijzeld door radicale groeperingen. De Duitse benedictijn Nikodemus Schnabel, vicaris vann het Latijnse patriarchaat van Jeruzalem, zegt dat het antichristelijke geweld sinds het aantreden van de nieuwe Israëlische regering een volledig nieuwe dimensie heeft aangenomen.

Dit dwingt ons om de vraag te stellen of er geen rechtstreeks verband is tussen de retoriek van bepaalde leden van de regering en de zichtbare toename van antichristelijke haat. Pater Nikodemus Schnabel

Volgens een verklaring van de Katholieke Bisschoppen in het Heilige Land vonden de incidenten plaats aan de Nieuwe Poort in het door Israël bezette deel van Jeruzalem. Volgens ooggetuigen trok een grote groep joodse kolonisten, zingend en schreeuwend met vlaggen de Nieuwe Poort binnen. Sommige toeristen zaten in een restaurant te genieten van de vredige sfeer in de buurt toen die groep hen plotseling begon lastig te vallen en stoelen en tafels van de winkels en restaurants begon te vernielen. De kerkleiders benadrukken dat het geweld niet werd uitgelokt en grote angst heeft veroorzaakt bij zowel de winkeliers en bewoners van de christelijke wijk als bij de aanwezige toeristen. De Israëlische politie kwam weliswaar ter plaatse, een uur later, en vond het niet nodig om arrestaties te verrichten.

Toen patriarchen en kerkleiders van Jeruzalem in december 2021 waarschuwden voor het groeiende antichristelijke geweld werd dat nog weggelachen. 

De kerkleiders van Jeruzalem tillen des te zwaarder aan het incident omdat dit slechts de zoveelste schermutseling van een hele reeks religieus gemotiveerde aanvallen tegen de symbolen van de christelijke gemeenschap. Zij stellen ook vast dat Israël geen stappen zet om een einde te maken aan het geweld van joodse kolonisten tegen Palestijnen,  onder meer ook christenen. Is het dan geen prioriteit van zowel de politieke als de religieuze overheden om elk volgens hun eigen verantwoordelijkheden het burgerlijke en religieuze leven van de stad tot rust te brengen?