Scheutisten verlaten missiehuis in Schilde
De paters van Scheut zijn van plan om hun vestiging aan de Brasschaatsebaan in Schilde, bij iedereen bekend als het missiehuis van Scheut, tegen eind 2024 te verlaten. Er is belangstelling van lokale investeerders, die er een gezondheidspark willen inrichten.
De congregatie van het Onbevlekt Hart van Maria, zoals de scheutisten voluit heten, vestigde zich meer dan een eeuw geleden in Schilde. Hun naam scheutist verwijst naar de Anderlechtse wijk Scheut, waar de congregatie in 1862 door Theofiel Verbist (foto)werd gesticht. Het klooster met het prachtige domein in Schilde opende in 1912 en deed aanvankelijk vooral dienst als sanatorium.
Scheutisten kwamen er voor bijscholing of om uit te rusten.
Aanvankelijk was de orde een van de meest ijverige missiecongregaties van ons land, maar gaandeweg keerden er almaar meer missionarissen - vaak ziek - terug.
(Lees verder onder de foto.)
Ondanks hun ijver en hun grote enthousiasme en geloof bleven de scheutisten niet gespaard van ziekten, onder meer tuberculose en vooral ook slaapziekte.
Eind de jaren 1940 en begin 1950 moesten vele missionarissen na de Culturele Revolutie noodgedwongen terugkeren uit China. En vooral in de jaren 1960 en 1970 keerden missionarissen in grote getale terug uit missiegebied in Afrika, Azië of Latijns-Amerika, zegt rector Luc Colla.
Het klooster van Schilde deed daardoor steeds meer dienst als verzorgings- en rusthuis voor de zieke en oudere scheutisten en het missiehuis werd gaandeweg ook almaar meer uitgebreid. Tegelijk namen ook eerst zusters Maricolen en later de Zusters van de Jacht hun intrek in een bijgebouw om zich te wijden aan de verzorging.
Charisma van de stichter wordt voortgezet
Vandaag is het centrum van de activiteiten van Scheut verschoven naar het Zuiden en vooral naar de DR Congo. Al bij al leven vandaag nog 157 scheutisten in België en Nederland en het is al lang niet meer uitzonderlijk dat scheutisten uit onze voormalige missiegebieden naar ons land komen om hier de parochiepastoraal te versterken. Maar dat alles is onvoldoende om de activiteiten van het missiehuis van Scheut in Schilde voort te zetten.
Rector Colla troost zich met de gedachte dat de site in de toekomst toch een sociale functie krijgt en dat het geplande project van het gezondheidscentrum nog nauw aanknoopt bij het sanatorium dat hier oorspronkelijk was gevestigd.
Over de toekomst en de inrichting van de site hebben de scheutisten geen inspraak, maar pater Colla hoopt dat op zijn minst de kapel en het kerkhof, waar ook heel wat bekende scheutisten begraven liggen, bewaard blijven. Allicht blijft ook het prachtige omliggende natuurdomein met zijn Lourdesgrot bewaard. Het valt de scheutisten zwaar om afscheid te nemen van de site en op die manier definitief een bladzijde in de Vlaamse missiegeschiedenis om te slaan.
En dan dringt het besef door dat het avontuur, het geloofsenthousiasme en de totale onbaatzuchtigheid in nauwelijks enkele decennia tijd plaats moesten maken voor een tijd waarin het eigen geluk, welstand en zelfverwezenlijking het hoogste goed zijn geworden.