Mexicaanse inlichtingendienst gaf opdracht voor moord op Ocampo

Jarenlang werd vermoed dat kardinaal Ocampo toevallig in een vuurgevecht van maffiosi terechtkwam. Een kroongetuige beschuldigt de inlichtingendienst.
12/04/2016 - 15:51

Volgens verschillende Mexicaanse media is de dochter van de Mexicaanse drugsbaas Joaquin ‘El Chapo’ Guzman opgeroepen als kroongetuige om alsnog opheldering te scheppen over de daders van de moord op de Mexicaanse kardinaal Juan Jesus Posadas Ocampo. Volgens de officiële versie kwam de kardinaal in 1993 op de internationale luchthaven van Guadalajara toevallig in een vuurgevecht van rivaliserende drugsbendes terecht. Rosa Isela Guzman, de dochter van de drugsbaas, vertrouwde recent aan The Guardian toe dat zij als kind in de wagen van haar vader zat toen de moord plaatsvond. Jesus Becerra Pedrote schreef in 2014 al in zijn boek De Jakhals dat de kardinaal in opdracht van de Mexicaanse geheime dienst werd vermoord.

Toevallige moord?

Volgens het officiële onderzoek moest een beroepsmoordenaar in oktober 1993 op de luchthaven van Guadalajara, in opdracht van het kartel van de gebroeders Arellano Felix, de drugsbaas ‘El Chapo’ Guzman vermoorden. De moordenaar dacht dat Guzman zich bij zijn terugkeer uit El Salvador had vermomd en schoot de man die hij voor de drugsbaron hield neer. Naast kardinaal Posadas Ocampo werden nog zes mensen om het leven gebracht. Deze versie werd nog tot drie jaar geleden in een FBI-rapport bevestigd.

Aanklacht tegen banden tussen drugshandel en politiek

Volgens Amerikaanse en Mexicaanse media staat vast dat leden van de Mexicaanse geheime dienst op 24 mei 1993 bij de moord aanwezig waren. Leden van de drugskartels, die van de moord werden verdacht, zochten kort daarna contact met de pauselijke nuntiusin Mexico en verzekerden dat zij niet voor de moord verantwoordelijk waren. Mee daardoor hecht de katholieke Kerk tot op vandaag geen geloof aan de thesis van de toevallige moord en is zij steeds opheldering blijven eisen.

De Mexicaanse kerkleiding blijft ervan overtuigd dat de kardinaal bewust werd vermoord, omdat hij als mensenrechtenactivist regelmatig en in het publiek kritiek had op de overheid. Kerkleiders menen dat hij teveel wist over de nauwe relaties tussen drugshandelaren en Mexicaanse politici. De opdracht voor de moord was vermoedelijk afkomstig uit kringen rond Carlos Salinas, de toenmalige Mexicaanse president van de Revolutionaire Partij. Zijn omgeving zorgde er later ook voor dat het onderzoek tussen 1994 en 2000 op een zijspoor werd gezet.

Bron: Kathpress.at/The Guardian.