Restauratie Poperingse Onze-Lieve-Vrouwekerk start na de zomer
Het Agentschap Onroerend Erfgoed geeft een premie van 89.405,89 euro voor de restauratie van de schade aan de zuidgevel van de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Poperinge (West-Vlaanderen). In 2021 gebeurden er al herstellingen aan de noodgevel. De bouw van de kerk dateert van het einde van de 13de, begin van de 14de eeuw. Omstreeks 1400 werd de westtoren bijgebouwd. In de 16de eeuw werd het interieur vernield tijdens de Beeldenstorm, maar het gebouw zelf bleef gespaard. Later volgden nog een brand (1640), een blikseminslag (1682) met een herstelling van de toren en zelfs een aardbeving in 1692. In 1780 kwam er een nieuwe torenspits. In de 19de eeuw (1837-1838) werd het interieur verbouwd in neoclassicistische stijl. Schepen Ben Desmyter (CD&V) vertelde aan de krant Het Laatste Nieuws dat de kosten van de werken worden geraamd op 144.792 euro. Na goedkeuring van het ontwerp, opgemaakt door architectenbureau J&A Demeyere uit Kortrijk, volgt de aanbesteding. De aannemer kan dan in principe na de zomervakantie starten. In een volgende fase volgen dan nog de werken aan de torenspits.
Poperinge zet ook in op het behoud van de Sint-Bertinuskerk, waar dringend werk moet worden gemaakt van de restauratie van de westtoren omwille van de stabiliteitsproblemen door waterinsijpeling. De klokken zijn uit de kerk gehaald en de stad investeert extra in de beiaard. In het restauratiedossier is de montage en hermontage van de beiaard voorzien, inclusief het vervangen van de versleten componenten. Een beiaardklavier gaat normaal 30 tot 35 jaar mee. Het huidige klavier is echter al 42 jaar oud en in een slechte toestand. Nadat alles rond de toren in ere is hersteld, kunnen ook de gevels van de kerk worden aangepakt, zegt schepen Desmyter.
Bron: Onroerend Erfgoed/HLN