Boeddhisme erkend als niet-confessionele levensbeschouwing

De Ministerraad van de federale overheid heeft vrijdag een wetsontwerp goedgekeurd voor de erkenning van het boeddhisme als niet-confessionele levensbeschouwing. De Boeddhistische Unie van België, die in 1997 werd opgericht, wordt aangeduid als het representatief orgaan van de boeddhistische gemeenschap van België en officiële gesprekspartner met de overheid.

De Boeddhistische Unie heeft in 2006 de aanvraag voor erkenning ingediend. ZE verenigt de meeste boeddhistische organisaties die actief zijn in ons land (momenteel ca. 35). 

Hiermee wordt het boeddhisme de achtste officieel erkende levensbeschouwing van ons land. Het katholicisme werd in 1830 als eerste eredienst officieel erkend. Later volgden het jodendom (1830), het anglicanisme (sinds 1835) en het protestantisme. Daarna bleef het wachten tot 1974 voor de erkenning van de islam. Later volgde ook nog de erkenning van de Orthodoxe (1985) en vrijzinnig-humanistische levensbeschouwing (sinds 2002). 

Met die erkenning door de overheid heeft het boeddhisme voortaan recht op een federale dotatie om zijn organisatiestructuur te professionaliseren, wedden en pensioenen te betalen en de werkingskosten van het federaal secretariaat te dekken. De erkenning geeft ook recht op toegang tot het gemeenschapsonderwijs. Maar dat vereist dat de boeddhistische gemeenschap eerst nog een te erkennen instantie opricht die lesgevers kan aanduiden en inspecties kan uitvoeren. 

Bron: VRT/Het Nieuwsblad