Jeruzalem: aanval op kerk met het graf van Maria

De aanvallen van joodse nationalisten op christelijke heilige plaatsen blijven aanhouden. Volgens het Latijnse patriarchaat van Jeruzalem hebben twee radicale jonge mannen op 19 maart tijdens de zondagdienst de kerk van Gethsemane in Oost-Jeruzalem, waarin zich volgens de traditie ook het graf van de Maagd Maria bevindt, aangevallen. De twee probeerden er voorwerpen te vernietigen en vielen ook een bisschop en twee priesters aan die deelnamen aan de dienst. Kerkgangers konden de twee daders overmeesteren en in bedwang houden. 

In een gezamenlijke verklaring keuren het Grieks-orthodoxe patriarchaat van Jeruzalem, vertegenwoordigd door patriarch Theophilos III, de heilige synode en de broederschap van het Heilig Graf de terroristische aanval af. Daarbij probeerden de twee daders om aartsbisschop Joachim en de twee priesters die met hem concelebreerden fysiek te treffen. De aanval vond bovendien plaats in de veertigdagentijd. De ondertekenaars stellen vast dat aanvallen van radicale Israëlische groeperingen gericht tegen kerken, begraafplaatsen en christelijke eigendommen, gepaard met fysiek en verbaal geweld tegen christelijke geestelijken, bijna een dagelijkse gebeurtenis zijn geworden. Ze moeten beschouwd worden als een bedreiging van de christelijke aanwezigheid in Jeruzalem en het hele Heilige Land.

Deze aanvallen tegen christelijke heilige plaatsen, eigendommen, erfgoed en de christelijke identiteit vormen een schending van het internationaal recht, schrijven de kerkverantwoordelijken. Het is de taak van de overheid  om de religieuze plaatsen in Jeruzalem te beschermen en ervoor te zorgen dat het fundamentele mensenrecht op vrijheid van eredienst wordt gerespecteerd.

De verklaring doet een oproep tot landen en de internationale gemeenschap om mee in te staan voor de veiligheid en bescherming van de christenen van Jeruzalem en hun heilige plaatsen.

De kerkverantwoordelijken vragen de internationale gemeenschap ook mee erover waken dat daders van aanvallen tegen eender welke heilige plaats worden berecht en bestraft. Als onderliggende oorzaak verwijzen zij naar het klimaat van haat en haatdragende uitspraken dat hoogtij viert sinds het aantreden van de conservatieve regering van Benjamin Netanjahu, met ook een escalatie van het geweld tegen Palestijnen en dat in het vooruitzicht van de ramadan, de moslimvasten die op 21 maart begint. 

Bron: ICN