Oprichter van Spaanse fascistische partij wordt herbegraven
De familie van José Antonio Primo de Rivera, de oprichter van de fascistische partij van de falangisten in Spanje, laat vandaag zijn lichaam opgraven uit de basiliek in de Vallei van de Gevallenen (Valle de los Caïdos). Hij krijgt een laatste rustplaats op het San Isidrokerkhof in Madrid. Volgens de familie gaat daarmee de laatste wens van Primo de Rivera in vervulling om op heilige grond begraven te worden. Vier jaar geleden werd ook Franco's stoffelijk overschot al uit de Valle de los Caïdos verwijderd.
José Antonio Primo de Rivera werd in november 1936 geëxecuteerd, nadat hij was veroordeeld voor samenzwering tegen de republikeinse regering. Dat de kist met zijn stoffelijke overschot uit de basiliek in de Vallei van de Gevallen wordt weggehaald, is het gevolg van de wet van oktober vorig jaar over het herstel van het historisch geheugen om de herinnering aan de burgeroorlog en het democratische geheugen van het land levendig te houden en komaf te maken met de verheerlijking van dictator Francisco Franco en zijn regime. De familie wil met haar initiatief een nieuwe polemiek vermijden die zou kunnen ontstaan door een herbegraving door de overheid.
Het Monumento Nacional de Santa Cruz del Valle de los Caídos (Het Heilige Kruis van de Vallei der Gevallenen), zoals het monument voluit heet, is berucht omdat de Spaanse dictator Francisco Franco y Bahamonde er jarenlang begraven lag. Daardoor groeide de vallei uit tot een bedevaartsoord voor aanhangers van El Caudillo. Maar in de columbaria liggen ook nog eens 38.000 lichamen van slachtoffers - zowel voor- als tegenstanders van Franco - van de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) begraven. De basiliek werd onder het fascisme overigens door dwangarbeiders gebouwd. Slechts twee van de graven onder het 150 meter hoge kruis van de basiliek werden ooit gemarkeerd: dat van Franco en dat van Primo de Rivera.
Bron: The Guardian