Italiaanse Kerk voert campagne voor kerkbelasting

Elke Italiaanse belastingbetaler 'schenkt' hoe dan ook 0,8 procent van zijn belastinggeld aan sociale en culturele doeleinden. Jaarlijks geeft zo’n 40 procent van de belastingplichtigen ook expliciet aan waarvoor zij die bijdrage willen bestemmen. 

Met de campagne Otto per mille (Acht per duizend) wil de Italiaanse katholieke Kerk belastingbetalers ervan overtuigen om die 0,8 procent van hun belasting  aan de katholieke Kerk te schenken. Aartsbisschop Giuseppe Baturi, secretaris-generaal van de Italiaanse Bisschoppenconferentie (CEI) legt uit: De campagne wordt ondersteund met tien video's voor internet en televisie, maar ook via artikels in kranten en tijdschriften, posters en oproepen op de radio. De kern van de boodschap is telkens dezelfde: stel een daad van liefde.

De Italiaanse bisschoppen willen voor iedereen duidelijk maken waarvoor de steun daadwerkelijk wordt gebruikt: Denk aan een slaapzaal voor alleenstaande moeders met minderjarige kinderen, een voedselbank of een opvanghuis voor daklozen. Het geld wordt ook gebruikt voor de restauratie van kerken en hulpprojecten in het buitenland.

1 miljard euro

Volgens de CEI heeft de nieuwe campagne ongeveer 1 miljoen euro gekost. De katholieke kerk in Italië slaagt erin met Otto per mile jaarlijks ongeveer 1 miljard euro binnen te halen. Ter vergelijking: in Duitsland bedroeg de belastingopbrengst voor de katholieke Kerk in 2021 6,73 miljard euro.

Kritiek

Volgens het Italiaanse ministerie van Financiën kiest bijna 60 procent van de Italianen nooit een specifieke begunstigde instelling voor de 0,8 procent belasting. Hun bijdrage wordt dan verdeeld volgens de sleutel die de andere ongeveer 40 procent wel heeft vastgelegd. Van wie wel een keuze heeft gemaakt, kiest 70 procent voor de katholieke Kerk. Op de tweede plaats komt de staat (24 procent). Critici van het systeem onderstrepen dat, in tegenstelling tot wat de CEI in haar spotjes suggereert, slechts een klein deel naar sociale projecten gaat en een groot deel bestemd is voor de vergoeding van de diocesane priesters en diakens.

Bron: Domradio