Rome erkent christelijke martelaren van Libië
In zijn gesprek met de Koptisch-orthodoxe patriarch Tawadros II heeft paus Franciscus onverwacht aangekondigd dat de 21 christelijke martelaren, van wie 20 koptische christenen uit Egypte en 1 uit Ghana, die in 2015 door Islamitische Staat (IS) in Libië werden vermoord vandaag worden ingeschreven in het Martyrologium Romanum. Dat is de officiële lijst met de herdenkingsdata en de geschiedenissen van de martelaren en andere heiligen die door de rooms-katholieke Kerk worden erkend.
Zij worden opgenomen in het Martyrologium Romanum als teken van de spirituele gemeenschap die onze twee Kerken verenigt, zei paus Franciscus. De lijst bevat nu al enkele Koptische heiligen uit de eerste eeuw van het christendom. Maar in de 5de eeuw brak de koptische kerk met Rome. Volgens de paus start met dit initiatief een nieuwe etappe in de lange oecumenische reis.
Lees verder onder de foto.
Martelaarschap is universeel
Volgens het Vaticaan onderstreept hun officiële erkenning de oecumene van het martelaarschap. Deze 21 mannen werden gemarteld omdat ze christen waren en ze werden vermoord uit haat tegen het christelijke geloof. Rome wijst ook op de historische betekenis van dit gebaar: Zij zijn de eersten die op deze manier worden erkend. Dergelijke erkenning van het martelaarschap impliceert dat zij in de kerkelijke liturgie kunnen herdacht worden. Hun erkenning is slechts mogelijk omdat deze gedoopten al door de koptische Kerk als heiligen zijn erkend. Hun inscriptie in de kalender van katholieke heiligen is slechts de erkenning van een heiligheid die al door de kopten wordt erkend.
Afgelegde weg
Met de ontmoeting van vandaag herdenken paus Franciscus en patriarch Tawadros II de 50ste verjaardag van de historische ontmoeting tussen paus Paulus VI en patriarch Shenouda III (1973-2023), de eerste tussen een bisschop van Rome en een patriarch van de Koptisch-orthodoxe Kerk. Tawadros was gisteren prominent aanwezig op de woensdagse algemene audiëntie van paus Franciscus. Vanmorgen woonde hij de eucharistieviering bij in de kapel van Santa Marta.
De paus herinnerde vanmorgen eraan dat de ontmoeting van 10 mei 1953 een periode van toenadering heeft ingeluid, na de breuk die er was ontstaan sinds het concilie van Chalcedon in 451. Hij verwees ook naar het baanbrekende werk van de internationale gezamenlijke commissie van de katholieke en de Koptisch-orthodoxe Kerk, die daarna werd opgericht. Patriarch Tawadros II herinnerde aan de instelling van de Dag van vriendschap tussen kopten en katholieken, die sinds 2013 jaarlijks op 10 mei wordt gehouden.
Bron: I.Media/Vaticannews.va