Bisschop Bonny neemt eredoctoraat in ontvangst in Bonn
Johan Bonny, de bisschop van Antwerpen, ontving gisteren een eredoctoraat van de Katholieke Theologische Faculteit van de Rheinische Friedrich-Wilhelms Universität in Bonn. Hij werd er gehuldigd voor zijn buitengewone verdiensten voor de synodaliteit van de katholieke Kerk en de vernieuwing van haar leer over het huwelijk, het gezin en andere levens- en relatievormen. Kardinaal Jozef De Kesel vertegenwoordigde de Belgische kerkgemeenschap. Ook een stevige Antwerpse delegatie en vertegenwoordigers van de KU Leuven waren afgezakt naar Bonn.
Bonny's denken is gebaseerd op zijn persoonlijke, pastorale ervaring. Het is theologisch verantwoord, menselijk geïnformeerd en cultureel gevoelig. Centraal in zijn overwegingen staat het onvoorwaardelijke respect voor het persoonlijk geweten en de vraag naar persoonlijke moraliteit en pastorale zorg in de kerk. Daarnaast pleit hij voor de versterking van de lokale kerken en een synodaliteit die de sociale en culturele eigenaardigheden ter plekke erkent en omvat, aldus nog de universiteit.
De bisschop van Antwerpen raakte in Duitsland vooral bekend dankzij zijn toespraak tijdens de Gezinssynode in 2014 en als internationaal waarnemer van de vierde en vijfde vergadering van de synodale weg. De decaan van de Katholieke Theologische Faculteit van de Universiteit van Bonn, Jochen Sautermeister, zei gisteren in zijn referaat:
U zegt hardop wat veel mensen al lang hopen en verwachten van de Kerk.
U bent niet bang om de realiteit en de realiteit van het leven van mensen onder ogen te zien.
De moraaltheoloog Sautermeister beklemtoonde dat Bonny een sterke theologische basis heeft in zijn strijd tegen kerkelijke discriminatie van mensen met verschillende levensplannen. Iedereen die hem kent, waardeert zijn theologische competentie en consistentie, zijn brede pastorale zorg en zijn persoonlijke moed.
Kosmopolitisme en de universaliteit van het heil
De bisschop zelf riep in zijn speech bij de ontvangst van het eredoctoraat de Kerk op tot meer openheid en maande haar aan om zich niet te verschuilen achter verboden. De Kerk moet niet dromen van een terugkeer naar een verloren christelijke samenleving, aldus Bonny. Voor haar is het belangrijk om te leren van medemensen en om het geloof te beleven in een niet-christelijke omgeving. Wat het theologische onderzoek betreft, merkte hij op dat academisch werk zich niet kan begrenzen tot een herhaling van het gekende. Het moet nieuwe ervaringen naar boven halen en nieuwe inzichten ontwikkelen. Dat geldt met name ook voor een theologische faculteit. Zij kan zich niet beperken tot een getrouwe herhaling van wat al vele keren gezegd en geschreven werd, hoe mooi of juist die herhaling ook moge zijn.
(vervolg na de afbeelding)
Met een verwijzing naar het recente bezoek aan ‘het Oude Babel’ in Irak en de actuele spanningen in Kerk en samenleving bemerkte mgr. Bonny dat er al in de tijd van de joodse ballingschap in Babylonië al verschillende tendensen bestonden bij de joodse gemeenschap. Eén groep bleef gelovig en biddend treuren en was ervan overtuigd dat zij hun identiteit zouden versterken en bewaren door een strikte naleving van de wet. Zij droomden van een spoedige terugkeer naar het oude vaderland, het Beloofde Land. Maar een ander deel van het joodse volk - dat zijn geloof in die tijd vrij en met een grote tolerantie voor andere volkeren kon beleven - streefde naar integratie, assimilatie en inculturatie. Die laatste groep werd vaak ten onrechte voorgesteld als een minder gelovig of minder vurig deel van het Joodse volk.
Is ons verblijf in een kosmopolitische samenleving een vloek of een zegen?
Net zoals in de tijd van de ballingschap bevinden ook wij ons niet langer in een christelijke samenleving en leven ook wij verspreid onder de volkeren, in een vrij liberale en verdraagzame samenleving. Wij hebben het economisch en sociaal niet slecht. Velen van ons bekleden hoge functies in de samenleving en de politiek. Maar: er is een risico van aanpassing en vervlakking.
Het is niet eenvoudig om midden deze bonte verscheidenheid onze christelijke identiteit te bewaren en te ontwikkelen.
Bovendien kunnen we onze christelijke normen en waarden aan niemand meer opdringen.
Ook vandaag nog zijn er diegenen die vanuit dogmatische zuiverheid en een systematisch wantrouwen oordelen dat wij afstand moeten houden tegenover de cultuur waarin wij vandaag leven en die menen dat wij ons hier niet thuis mogen voelen en vooral neen moeten zeggen. Zij menen dat wij – wat God en zijn Verbond betreft – weinig of niets van anderen te leren hebben. Maar anderen proberen toekomst te scheppen en streven naar redelijkheid en verbinding: Niet als een noodoplossing, omdat het nu eenmaal niet anders kan. Maar omdat dit de plaats is waar God ons plaatst en God ons nodig heeft.
Bisschop Bonny bemerkte nog dat het jonge christendom zich uitgerekend bij de niet-teruggekeerde Joodse gemeenschappen in Babylonië sterk zou uitbreiden. Zo moeten ook wij vandaag toekomst scheppen in eigen land. Niet als noodoplossing, maar omdat dit de plaats is waar God ons plaatst en ons nodig heeft. Het is een verblijf tussen vele volken en culturen, onder wie ook wij onze plaats kunnen innemen, met wie wij in dialoog kunnen gaan en van wie wij ook kunnen leren. Zo kunnen christenen vandaag gist in het deeg zijn en mensen van de weg, leerlingen van de Verrezen Heer die steeds op zoek zijn naar nieuwe horizonten.